Opties binnen het mobiliteitsbudget
Het mobiliteitsbudget steunt op
3 pijlers:
Werknemers zijn vrij om het mobiliteitsbudget te
verdelen over de 3 pijlers.
Pijler 1. Milieuvriendelijke bedrijfswagen
Je werknemers kunnen ervoor kiezen hun bedrijfswagen in te ruilen voor een duurzamer model. In het kader van het mobiliteitsbudget is een
milieuvriendelijke wagen:
- Een elektrische wagen
- Of een wagen die voldoet aan een reeks van voorwaarden
- Op vlak van CO2-uitstoot bij een ‘gewone’ auto
- Of op vlak bereik bij een hybride wagen
⚠️ Opgelet! Vanaf 2026 vernauwt de definitie van ‘milieuvriendelijke bedrijfswagen’ tot
‘wagen zonder CO2-uitstoot'. Vanaf dan horen enkel dat soort wagens nog tot deze pijler.
Pijler 2. Duurzame vervoersmiddelen en huisvestingskosten
Naast milieuvriendelijke bedrijfswagens horen ook
andere duurzame vervoersmiddelen en bepaalde huisvestingskosten tot het mobiliteitsbudget:
- Zachte mobiliteit (aankoop, huur, leasing, onderhoud en verplichte uitrusting)
- Rijwielen, voortbewegingstoestellen, gemotoriseerde rijwielen en bromfietsen
- Alle (ook elektrische) rijwielen die 45 km per uur niet overschrijden
- Abonnementen voor het openbaar vervoer voor je werknemers en de leden van hun gezin die deel uitmaken van hun huishouden.
- Georganiseerd gemeenschappelijk vervoer (niet enkel door de werkgever wordt georganiseerd)
- Deeloplossingen zoals carpooling en autodelen, uitgebreid tot alle voertuigen met 2, 3 of 4 wielen. Maar bijvoorbeeld ook taxivervoer
- Mobiliteitsdiensten die bovenstaande zaken combineren
- Huisvestingskosten zoals huur en interest van hypothecaire leningen bij woonplaatsen binnen een straal van 10 kilometer van de normale plaats van tewerkstelling
- Bedrijfsfietsen en kilometervergoeding
Volgens de
nieuwe wet van 2022 behoren ook andere kosten tot het mobiliteitsbudget, zoals:
- Bepaalde financieringskosten, zoals leningen voor fietsen
- Parkeerkosten
- Kosten van niet-verplichte uitrusting die de veiligheid en zichtbaarheid van zachte mobiliteit verhoogt
Pijler 3. Overblijvend saldo
De derde pijler is het saldo dat overblijft. Dit saldo wordt vervolgens
één keer per jaar uitbetaald, uiterlijk met het loon van de eerste maand van het volgend jaar.
Belangrijk:
Hoe minder er overblijft, hoe beter voor de werknemer. De overheid heft er namelijk een hoge bijzondere bijdrage op ten laste van de werknemer. Het doel is echt wel om de mobiliteit te vergroenen en niet om een nettobedrag uit te keren.
Klaar om aan de slag te gaan met je mobiliteitsbeleid? Ontdek dan de
handige tool Mbrella.