Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen

Wat verstaat men onder ploegenarbeid, nachtarbeid, ploegen-/nachtpremie en volcontinuarbeid?

Als je werknemers tewerkstelt in een nacht- en/of ploegenregeling kan je onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing.

Laatst bijgewerkt op 5 september 2025

Ploegenarbeid[1]

Het gaat om werk dat wordt uitgevoerd:

  • In minstens twee ploegen van minstens twee werknemers
  • Die hetzelfde werk doen zowel qua inhoud als qua omvang
  • Die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en
  • Zonder dat de overlapping meer dan een kwart van hun dagtaak bedraagt

Geen overlapping van meer dan een kwart van de dagtaak

Sinds 1 april 2022 wordt bij de beoordeling van deze laatste voorwaarde geen rekening meer gehouden met onderbrekingen van vijftien minuten of minder tussen opeenvolgende ploegen.

Hetzelfde werk qua inhoud en omvang

De wet legt niet uit wat de begrippen hetzelfde werk qua “inhoud” en “omvang” betekenen. Ze moeten daarom geval per geval worden geïnterpreteerd. Dit leidt in de praktijk tot grote rechtsonzekerheid. 

Er is wel rechtspraak  en fiscale verduidelijkingen over deze materie:

Circulaire van 27 mei 2019

Een circulaire van 27 mei 2019 en het Hof van Beroep te Antwerpen brachten enkele verduidelijkingen aan mbt de definitie van ploegenarbeid:

  • Het begrip “ploeg” betekent niet noodzakelijk dat men het werk op dezelfde werkplek moet uitvoeren
  • De aflossing van de ploeg moet niet noodzakelijk gebeuren op een vaste werkplek
  • De voorwaarde dat de ploegen hetzelfde werk moeten doen qua inhoud en qua omvang moet beoordeeld worden op het niveau van de ploeg en niet op basis van de individuele werkzaamheden van de werknemers die deel uitmaken van de ploeg. Er moet met andere woorden gekeken worden naar het geheel van individuele werkzaamheden

Dit laatste punt wordt verduidelijkt aan de hand van volgend voorbeeld: Firma x doet aan pechverhelping. Zij stuurt haar werknemers/ pechverhelpers één per één uit naar bestuurders die pech hebben. De firma werkt daarbij met een ploeg die de dag begint en een opeenvolgende ploeg. Elke pechverhelper is aan het werk op een andere locatie, waarbij zij elk alleen interventies van A tot Z zelf afwerken. Ze lossen elkaar daarom niet af op eenzelfde plaats.Hoewel de pechverhelpers hun taak individueel uitoefenen op afzonderlijke plaatsen, voeren zij toch een gezamenlijke taak van pechverhelping uit. Ze staan als gezamenlijk team (dus op het niveau van de ploeg) in voor pechverhelping binnen de regio. Het feit dat zij alleen op de baan gaan, doet hier geen afbreuk aan. Zij kunnen dus het recht openen op de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing (mits aan de andere voorwaarden voldaan is).

Arrest van het Grondwettelijk Hof van 8 februari 2024

Het Grondwettelijk Hof oordeelde dan weer in een arrest van 8 februari 2024 dat het niet ongrondwettelijk is om de belastingvrijstelling voor ploegenarbeid alleen toe te kennen aan ondernemingen waarin de ploegen naar inhoud en omvang hetzelfde werk doen. Anders gezegd: volgens het Hof heeft de fiscus het recht te eisen dat in ondernemingen die voor de vrijstelling in aanmerking willen komen, hun ploegen identiek werk verrichten, zowel wat de inhoud als wat de omvang ervan betreft.

Dit arrest heeft de rechtsonzekerheid alleen nog maar versterkt.

Circulaire van 30 juli 2025: administratieve tolerantie voor een verschil in omvang van maximaal 10%

De FOD Financiën heeft onlangs een circulaire gepubliceerd die eindelijk duidelijkheid geeft over de toepassing van deze vrijstelling. De nieuwe circulaire geeft nog steeds geen concrete definitie van het begrip "omvang", maar stelt wel een aantal manieren voor om de reik wijdte ervan te beoordelen.

Volgens de circulaire moet de omvang in beginsel worden gemeten aan de hand van de productie (output) van de ploeg. In gevallen waarin deze meting niet mogelijk is, aanvaardt de belastingdienst evenwel dat andere factoren in aanmerking worden genomen, zoals het aantal ploegleden (uitgedrukt in voltijdse equivalenten).

In deze context staat de circulaire een verschil in omvang van het werk tussen opeenvolgende ploegen toe van maximaal 10%. Dit percentage moet elke dag en voor elk ploegenstelsel berekend worden op basis van de volgende formule:

\(\Large { \textsf{ aantal leden van het } \textbf{grootste} \textsf{ team } – \textsf{ aantal leden van het } \textbf{kleinste} \textsf{ team } \over \textsf{aantal leden van het } \textbf{grootste} \textsf{ team } }\)

Als het verschil op elke werkdag van de maand binnen deze marge van 10% blijft, mag de werkgever voor die maand de vrijstelling voor "klassieke" ploegenarbeid toepassen.

Een verschil van meer dan 10% wordt niet getolereerd, tenzij dit het gevolg is van omstandigheden buiten de wil van de werkgever (ziekte, buitengewoon verlof, ongeval, enz.).

Daarnaast kunnen ook andere feitelijke elementen dan het aantal leden binnen een ploeg een invloed hebben op de omvang van het werk en dus dienstig zijn bij de beoordeling van de voorwaarde 'hetzelfde werk qua omvang'. Bijvoorbeeld het aantal gewerkte uren.

Ploegenarbeid-bis[2]

Als reactie op het arrest van het Grondwettelijk Hof van 8 februari 2024 voerde de wetgever in mei 2024 de regeling “ploegenarbeid-bis” in. Het doel hiervan was voorkomen dat bedrijven waar de omvang van het werk in opeenvolgende ploegen niet gelijk is, de vrijstelling helemaal zouden verliezen.

De bis-regeling voorziet daarom in een correctiefactor die varieert afhankelijk van het verschil in omvang tussen de opeenvolgende ploegen. Hoe groter het verschil, hoe lager de vrijstelling.

Sindsdien kunnen werkgevers maandelijks kiezen tussen de klassieke vrijstelling voor ploegenarbeid en de nieuwe bis-variant. Het is cruciaal om de juiste variant toe te passen om boetes, belastingverhogingen en de volledige terugbetaling van het voordeel te vermijden.

Meer info :"Klassieke regeling of bis-variant?"

Ploegenarbeid werken in onroerende staat (bouw- en aanverwante sectoren)

Omdat bovenstaande “klassieke “ definitie van ploegenarbeid tot gevolg had dat de bouw- en aanverwante sectoren quasi nooit konden genieten van de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing[3], werd in het kader van de taxshift een aparte enveloppe van loonkostenverlagende maatregelen voor deze sectoren onderhandeld[4].

Door deze onderhandelingen werd de vrijstelling doorstorting van bedrijfsvoorheffing op 1 januari 2018 uitgebreid naar ploegenarbeid op werven (werken in onroerende staat).

Meer info :"Wat is ploegenarbeid werken in onroerende staat?"

Nachtarbeid

Dit is arbeid die de werknemers overeenkomstig het arbeidsreglement verrichten tussen 20 en 6 uur.  Arbeid die uitsluitend verricht wordt tussen 6 uur en 24 uur en arbeid die gewoonlijk begint vanaf 5 uur wordt niet als nachtarbeid beschouwd[5].

De ploegen-/ nachtpremie

De ploegen-/ nachtpremie wordt betaald naar aanleiding van de arbeid die in ploegen of ’s nachts wordt verricht.  Wanneer er geen ploegen- of nachtpremie wordt toegekend, kan er geen vrijstelling van voorheffing worden verleend.

Meer info :"Wat is de ploegen-/nachtpremie?"

Volcontinuarbeid

Onder ondernemingen die werken in een volcontinu arbeidssysteem wordt verstaan:

  • De ondernemingen waar het werk wordt verricht door de werknemers van categorie 1 zoals bedoeld in artikel 330 van de programmawet (I) van 24 december 2002[6]
  • In minstens vier ploegen van minstens 2 werknemers
  • Die hetzelfde werk doen zowel qua inhoud als qua omvang
  • Die een continu bezetting tijdens de gehele week en het weekend garanderen
  • En die elkaar opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan een vierde van hun dagtaak

Sinds 1 april 2022 wordt bij de beoordeling van deze laatste voorwaarde geen rekening meer gehouden met onderbrekingen van vijftien minuten of minder tussen opeenvolgende ploegen.

De wet houdende verlaging van lasten op arbeid bevestigt dus de administratieve tolerantie die al bestond en voorziet ook in een verruimde administratieve tolerantie in geval van noodzaak in echt uitzonderlijke omstandigheden, zoals de Covid-19-pandemie.

De bedrijfstijd in dergelijke ondernemingen, zijnde de tijd dat het bedrijf functioneert, bedraagt minstens 160 uur op weekbasis.

Concreet gebeurt de beoordeling van de vraag of er al dan niet sprake is van ploegen-, nacht- of volcontinuarbeid dus op het niveau van de onderneming. Dit betekent echter niet dat de vrijstelling ten aanzien van elke werknemer van een onderneming waar ploegen-, nacht- of volcontinuarbeid wordt verricht, kan worden toegepast. Dit kan enkel ten aanzien van werknemers die ook zelf effectief (min. 1/3) in dergelijk regime tewerkgesteld zijn (zie ook de titel “Welke werknemers komen in aanmerking?”) en die voldoende aan in te houden bedrijfsvoorheffing hebben op hun loon.

Bv. Binnen een onderneming wordt ploegenarbeid verricht. Bepaalde werknemers van de onderneming (bv. administratief personeel, boekhouders,…) werken echter niet in dit ploegensysteem. Ten aanzien van hen kan de vrijstelling niet worden toegepast.

Volcontinuarbeid-bis

Een variant genaamd "volcontinuarbeid-bis" werd eveneens ingevoerd in mei 2024.Net zoals bij de variant "ploegenarbeid bis", wordt in de variant "volcontinuarbeid-bis" het criterium dat opeenvolgende ploegen hetzelfde werk moeten verrichten qua omvang, losgekoppeld van de definitie van een onderneming die werkt volgens een systeem van volcontinuwerk.

Daarom zijn de principes die gelden voor ploegenarbeid bis ook van toepassing op volcontinuarbeid-bis.

Belangrijk: De verhoogde vrijstelling in het kader van volcontinuarbeid of volcontinuarbeid-bis is enkel van toepassing indien de prestaties daadwerkelijk voldoen aan de voorwaarden die gelden voor het systeem van volcontinuarbeid-bis.

[1] De voorwaarden om te kwalificeren als een onderneming waar ploegenarbeid wordt verricht, beperken deze steunmaatregel niet tot een specifieke sector (zie parlementaire vraag nr. 603 van de heer Luk Van Biesen dd. 27 oktober 2015).

[2] Wet van 12 mei 2024 houdende diverse fiscale bepalingen

[3] In tegenstelling tot de klassieke industriële sectoren (waar het werk dikwijls in fabrieken wordt uitgevoerd), wordt het werk in de bouw- en aanverwante sectoren vaak zo geregeld dat de betreffende ondernemingen niet voldoen aan de definitie van ploegenarbeid.

[4] Bedoeling hiervan is voornamelijk om de strijd tegen sociale fraude en sociale dumping binnen de bouwsector aan te pakken.

[5]   Artikel 275/5, §2, 2° van het WIB 1992.

[6] Hieronder wordt verstaan: de werknemers uit de profit-sector die onderworpen zijn aan het geheel van sociale zekerheidsstelsels (en die niet tewerkgesteld zijn door een werkgever uit de non-profitsector waarvoor de vermindering in het kader van de Sociale Maribel geldt of een werkgever die valt onder het paritair comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.