Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen
Onderzoek & ontwikkeling (O&O)

Onderzoekers tewerkgesteld voor academisch wetenschappelijk onderzoek

Het academisch onderzoek omvat twee aspecten die op bepaalde punten van elkaar afwijken: het onderzoek aan universiteiten en hogescholen en het onderzoek van fondsen voor wetenschappelijk onderzoek

Laatst bijgewerkt op 25 mei 2023

Het academisch onderzoek dat in eenzelfde deel van de wet is opgenomen [1] omvat twee aspecten die op bepaalde punten van elkaar afwijken. Historisch gezien is dit het eerste geval van vrijstelling [2] dat de bevordering van het wetenschappelijk onderzoek in België beoogt.

Onderzoek aan een universiteit of hogeschool

Het voordeel van de gedeeltelijke vrijstelling wordt verleend aan de universiteiten of hogescholen die bezoldigingen aan assistent-onderzoekers betalen of toekennen.

Volgens de Federale Dienst Wetenschapsbeleid worden de assistent-onderzoekers [3] gedefinieerd als zijnde houders van een diploma van het hoger onderwijs tewerkgesteld door de universiteiten of hogescholen die wetenschappelijke onderzoeksopdrachten uitvoeren in het kader van de voorbereiding van een doctoraal proefschrift of gelijkaardige onderzoekswerkzaamheden [4].

Onderzoek gesteund door een fonds voor wetenschappelijk onderzoek

Academisch onderzoek wordt ook gevoerd door postdoctorale onderzoekers die tewerkgesteld zijn in allerlei (federale of regionale) fondsen voor wetenschappelijk onderzoek.  

De maatregel geldt enkel voor de volgende fondsen:

  • Het Federaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek/Fonds fédéral de la recherche scientifique
  • Het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen (FWO – Vl)
  • Het Fonds de la recherche scientifique – F.N.R.S. (Franse Gemeenschap)

Nog steeds volgens de Federale Dienst Wetenschapsbeleid worden hier de postdoctorale onderzoekers beoogd, dat wil zeggen de houders van een diploma van het hoger onderwijs die tewerkgesteld zijn door één van de voornoemde fondsen en die wetenschappelijke onderzoekswerkzaamheden uitvoeren op een postdoctoraal niveau.

Wetenschappelijk onderzoek(swerkzaamheden)?

Hoewel deze thematiek centraal staat in deze categorie van vrijstelling van doorstorting is nergens in de wettekst een definitie terug te vinden van het (wetenschappelijk) onderzoek.

Onder (wetenschappelijk) onderzoek en bij afwezigheid van een wettelijke definitie [5] omschrijven de parlementaire werkzaamheden dit als "vernieuwend en planmatig onderzoekswerk met het oog op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technische kennis" [6].

Moet men een bewijs van de tewerkstelling van de onderzoeker voor onderzoekswerkzaamheden kunnen voorleggen?

Bij gebrek aan andere bewijselementen raadt de Federale Dienst Wetenschapsbeleid aan om in de aanstellingsakte [7] (arbeidsovereenkomst, opdracht, onderzoeksovereenkomst…) minstens te vermelden dat de onderzoeker belast is met taken van wetenschappelijk onderzoek.

Hoeveel bedraagt de vrijstelling?

Sinds 1 juli 2013 is 80% van de ingehouden bedrijfsvoorheffing vrijgesteld van doorstorting aan de fiscus.

Om welke bezoldigingen gaat het?

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing wordt berekend op de gehele bezoldiging van de onderzoekers. Zelfs indien zij gedeeltelijk belast zijn met andere taken (bijvoorbeeld administratieve of onderwijstaken), maar toch als assistent- onderzoekers of postdoctoraal onderzoekers aangemerkt worden, komt hun volledige bezoldiging in aanmerking voor de vrijstelling [8].

Besteding van de vrijgestelde bedragen: beperking

Oorspronkelijk had de wetgever geen bijzondere verplichting ingevoerd voor de aanwending van de vrijgestelde bedragen, behalve dat ze moesten worden geïnvesteerd in wetenschappelijk onderzoek.

Sinds 10 januari 2010 daarentegen bevat de wettekst [9] een specifieke negatieve verplichting voor academische instellingen (universiteiten, fondsen) en voor de erkende wetenschappelijke instellingen.

Zij kregen het verbod opgelegd om de fondsen die het voorwerp van een vrijstelling van doorstorting hadden gevormd te gebruiken om de loonlast van de bestaande onderzoekers voort te verminderen.  Deze onderzoekers genieten immers reeds voordelige maatregelen die ertoe strekken de loonlast te verlagen (vermindering van sociale lasten en overheidssubsidies). De loonbesparing ingevolge de vrijstelling is volgens de auteurs van dit wetgevend amendement in de eerste plaats bedoeld om te worden herbelegd in wetenschappelijk onderzoek "om bijkomende wetenschappelijke onderzoekers aan te werven of om het budget voor het eigenlijke wetenschappelijk onderzoek te verhogen" [10] (uitrusting, infrastructuur, enz.).

[1] Art. 275/3, § 1, 1ste lid van het WIB 92.

[2] Programmawet (I) van 24 december 2002, Belgisch Staatsblad van 31 december 2002, 1ste editie.

[3] "Innovatief België – Fiscale maatregelen en innovatiepremies voor de bedrijven", informatiebrochure uitgegeven door de Federale Dienst Wetenschapsbeleid van de FOD Financiën en het VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen), nr. 1.2, p. 6.

[4] Circulaire nr. AAFisc 17/2015 (Ci.RH. 244/635.467) dd. 08.05.2015 punt 8.

[5] De Federale Dienst Wetenschapsbeleid heeft gekozen voor de volgende definitie "de thematisch uitgevoerde creatieve werkzaamheden met het oog op de uitbreiding van de kennisvoorraad en het exploiteren ervan om nieuwe toepassingen te bedenken, zoals de ontwikkeling van nieuwe producten en procedés" in " Innovatief België – Fiscale maatregelen en innovatiepremies voor de bedrijven", o.c., p. 6 in fine.

[6] Ontwerp van wet betreffende het Generatiepact, Amendement nr. 12, MM. Devlies en Bogaert, Parl. doc., Kamer, gew. zitt. 2005-2006, nr. 2128/003, p. 25.

[7] De juridische aard van de verbintenis van de onderzoeker is niet doorslaggevend voor de toepassing van de vrijstellingsregeling.

[8] Mondelinge parlementaire vragen nr. 10078 en 10079 van de heer Bogaert d.d. 07.02.2006, Kamer, Commissie voor de Financiën en de Begroting, zittingsperiode 51, beknopt verslag, Com. 842, p.5-6. Circulaire nr. AAFisc 17/2015 (Ci.RH. 244/635.467) dd. 08.05.2015 punt 11.

[9] Artikel 275/3, § 1, 1ste lid in fine van het WIB 92.

[10] Wetsontwerp houdende fiscale en andere bepalingen, Amendement nr. 1, MM. De Potter en co, Parl. doc., Kamer, gew. zitt. 2009-2010, nr. 52-2310/002, p. 3.

Alle artikelen over Onderzoek & ontwikkeling (O&O)