Hoewel dit regeerakkoord al heel wat concrete bepalingen bevat, willen we er toch op wijzen dat al deze bepalingen nog moeten omgezet worden in wetgeving. Het is dus nog niet honderd procent duidelijk wanneer bepaalde maatregelen inwerkingtreden en op wie ze juist van toepassing zijn.
Arbeidsmarkt
De werkzaamheidsgraad in België tegen 2029 optrekken naar 80%, werken meer laten lonen en de re-integratie van langdurige zieken zijn de belangrijkste werven van deze regering.
Werken moet meer lonen
Het verschil tussen werken en niet werken moet groter worden, hiervoor worden de volgende maatregelen voorzien:
- Het verschil tussen werken en niet-werken moet minimaal €500 zijn.
- De belastingvrije sommen worden verhoogd en de Bijzondere bijdrage sociale zekerheid (BBSZ) wordt verlaagd.
- De sociale werkbonus wordt versterkt.
- Bruto moet gelijk zijn aan netto voor het minimumloon.
- Het GGMMI wordt in 2026 en 2028 verhoogd met €35 zonder extra kosten voor de werkgevers.
- De automatische indexering en loonnormwet blijven behouden, maar de sociale partners krijgen wel de opdracht om een advies te geven over de hervorming van deze twee wetten tegen 31 december 2026.
- De wet van 2001 betreffende de werknemersparticipatie zal worden gemoderniseerd.
Ondernemen moet meer lonen
De loonkosten voor het personeel moeten omlaag, om de concurrentiepositie van België te verhogen hiervoor worden de volgende maatregelen voorzien:
- De loonkost voor lage- en middenlonen wordt verlaagd;
- De RSZ-werkgeversbijdrage wordt geplafonneerd voor hoge lonen (vanaf het loonniveau van de premier dit is jaarlijks ongeveer 250.000 euro bruto)
- De doelgroepvermindering voor de eerste aanwervingen wordt opnieuw hervormd.
Voor de eerste werknemer blijft de bijdragevermindering onbeperkt in de tijd en bedraagt deze 2.000 euro per kwartaal. Voor de tweede tot en met de vijfde werknemer geldt een bijdragevermindering van 1.000 euro per kwartaal, gedurende de eerste drie jaar. - De tijdelijke fiscale vrijstelling van doorstorting voor ploegenarbeid (ploegenarbeid bis) zal vervangen worden door een definitieve maatregel die ook meer duidelijkheid en rechtszekerheid moet brengen.
- De fiscale vrijstelling van doorstorting voor wetenschappelijk onderzoek (R§D)zal worden verduidelijkt en er komen aanpassingen in het toepassingsgebied voor universiteiten, hogescholen, universitaire ziekenhuizen en onderzoek fondsen.
Arbeidsduur
De arbeidsduur wordt grondig hervormd.
- Werkgevers krijgen meer vrijheid om samen met hun werknemers de arbeidsuren te bepalen binnen de Europese regels. Voor 30/06/2025 wordt een nieuw wettelijk kader ingevoerd voor annualisering van arbeidstijd.
- De verplichting dat de minimale wekelijkse arbeidsduur minstens 1/3e moet zijn van een voltijds uurrooster wordt afgeschaft. Het verbod op arbeidsprestaties van minder dan 3 uur en oproepcontracten blijft wel behouden.
- Het verbod op nachtarbeid en de wettelijk verplichte sluitingsdag worden afgeschaft.
- Nachtarbeid in de distributie- en aanverwante sectoren begint pas vanaf middernacht (dus 24 uur i.p.v. 20 uur).
Overloon
- Vrijwillige overuren worden tot 360 uur toegestaan, waarvan 240 uur zonder toeslag en bruto = netto (dus zonder sociale en fiscale bijdrage). Voor de horecasector wordt dit 450 vrijwillige overuren, waarvan 360 zonder verplicht overloon. De huidige regeling in de horecasector wordt vereenvoudigd en flexibeler.
- Vrijwillige overuren zijn mogelijk voor voltijdse werknemers en deeltijdse werknemers die minstens 3 jaar deeltijds werken, mits er een tijdelijke toename van werk is.
- Andere overuren kunnen tot 180 uren fiscaalvriendelijk worden uitgevoerd.
Arbeidsovereenkomst
Er werden heel wat bepalingen voorzien die betrekking hebben op de arbeidsovereenkomst in het algemeen en die we hier gemakkelijkheid halve samenbundelen.
- De proefperiode wordt opnieuw ingevoerd
- Elke werknemer met minstens 10 jaar werkervaring kan één keer zelf ontslag nemen en 6 maanden werkloosheidsuitkering ontvangen.
- De ontslagvergoeding voor nieuwe aanwervingen wordt beperkt tot maximum 52 weken.
- Het aantal beschermingsvergoedingen wordt beperkt.
- De startbaanovereenkomst verdwijnt.
- Studentenarbeid (fiscaal en sociaal voordelig tarief) wordt mogelijk tot 650 uur per jaar.
- Flexi-jobs worden uitgebreid naar alle sectoren. De fiscale grens stijgt naar 18.000 euro en het maximaal uurloon naar 21 euro. Het verbod op flexi-jobs bij verbonden ondernemingen wordt geschrapt (voor voltijders).
- De tijdelijke overgang van personeel naar een andere werkgever wordt soepeler.
- Sociale partners worden gevraagd om voorstellen uit te werken voor de voltooiing van het eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden (gewaarborgd loon, jaarlijkse vakantie)
Extralegale voordelen
- Er wordt voorzien in een ruimere overgangsperiode voor hybride bedrijfswagens. De maximale aftrekpercentages zijn: tot eind 2027: 75%, in 2028: 65%, en in 2029: 57,5%. Brandstofkosten van hybride bedrijfswagens blijven tot eind 2027 voor 50% aftrekbaar.
- Collectieve bonussystemen (CAO 90) worden vereenvoudigd en geharmoniseerd.
- Maaltijdcheques worden verhoogd met tweemaal 2 euro de komende legislatuur (tot 12 euro). Ecocheques en sport- en cultuurcheques verdwijnen.
- De auteursrechten worden, opnieuw uitgebreid naar digitale beroepen, zoals de IT-sector.
- Het systeem van flexibel verlonen (cafetariaplannen) wordt wettelijk omkaderd en de brutoloonruil wordt beperkt tot maximaal 20% van het jaarlijkse brutoloon.
- Het bestaande mobiliteitsbudget wordt hervormd tot een mobiliteitsbudget voor iedereen.
Werkloosheid
De werkloosheidsuitkeringen worden grondig hervormd.
Zo zullen de werkloosheidsuitkering beperkt worden in de tijd tot maximum 2 jaar (na 5 gewerkte jaren) en maximum 1 jaar voor schoolverlaters. Deze beperking geldt niet voor wie ouder is dan 55 jaar mits 30 jaar beroepsverleden (vanaf 2025) en 35 jaar vanaf 2030. De uitkering zal wel verhoogd worden in de beginfase en nadien degressief afnemen. Daarnaast zal wie langer dan drie maand tijdelijk werkloos is, moet zich inschrijven als werkzoekende bij de VDAB, Forem, Actiris.
Einde loopbaan en (aanvullende)pensioenen
Met een nieuwe pensioenhervorming wil de regering meer mensen langer aan het werk houden.
- SWT (ex-brugpensioen) verdwijnt: de nieuwe instroom stopt vanaf het regeerakkoord. Enkel medisch SWT en SWT bij herstructurering of collectief ontslag aangekondigd vóór het regeerakkoord blijven mogelijk.
- De landingsbaan (halftijds of 4/5de) blijft mogelijk vanaf 55 jaar, met minstens 30 loopbaanjaren en elk minstens 156 gewerkte dagen. Deze voorwaarde stijgt geleidelijk naar 35 loopbaanjaren in 2030.
- De vervroegde pensioenleeftijd wordt 60 jaar voor wie 42 loopbaanjaren van 234 dagen kan bewijzen. Andere voorwaarden blijven, maar de loopbaanvoorwaarde stijgt in 2027 naar 156 dagen. Er komen overgangsmaatregelen.
- Een bonus-malussysteem wordt ingevoerd: langer werken wordt beloond, eerder stoppen bestraft. Vanaf 2026 krijgt wie langer werkt dan de pensioenleeftijd en 35 loopbaanjaren met 156 dagen per jaar kan bewijzen, een bonus van 2% per extra jaar. Deze bonus stijgt naar 4% na 2030 en 5% na 2040.
- Er wordt gestreefd naar een bijdrage van 3% van het loon in het aanvullend pensioen tegen 2035. De solidariteitsbijdrage op aanvullend pensioen boven €150.000 stijgt van 2% naar 4%.
Opleidingen en FLA
De Federal Learning Account wordt geschrapt en een eenvoudiger systeem wordt onderzocht. Korte contracten (flexi-jobs, seizoenarbeiders, studenten) worden uitgesloten. Het individueel opleidingsrecht van 5 dagen wordt flexibeler en gedeeltelijk gecollectiviseerd, met focus op werknemers die het meest nodig hebben. Administratieve rompslomp wordt vermeden en opgebouwde vormingsrechten leiden niet tot loonuitbetaling. Vrijstellingen voor KMO’s (<10 en <20 werknemers) blijven behouden.
Re-integratie van langdurig zieke werknemers
De aanpak van het toenemende aantal langdurig zieken wordt een prioriteit. De regering heeft hierbij drie doelen: voorkomen dat mensen ziek worden, voorkomen dat mensen die ziek worden langdurig uitvallen en mensen die langdurig uitvallen, snel terugleiden naar de arbeidsmarkt.Dit wil men realiseren met de volgende hervormingen :
- Hogere sancties voor werknemers die niet meewerken aan re-integratie.
- Herval geeft pas na 8 weken werkhervatting opnieuw recht op gewaarborgd loon. Geen gewaarborgd loon bij nieuwe volledige arbeidsongeschiktheid tijdens gedeeltelijke werkhervatting.
- Medische overmacht mogelijk vanaf 6 maanden.
- Werkgevers kunnen re-integratietrajecten starten vanaf de eerste ziektedag met toestemming van de werknemer.
- Bijdrage aan het Terug Naar Werk (TNW)-fonds altijd verschuldigd bij beëindiging van de overeenkomst.
- Actief verzuimbeleid door werkgevers en preventiediensten.
- Niet-Kmo’s betalen 30% van de RIZIV-uitkering gedurende de eerste twee maanden ziekte na gewaarborgd loon voor werknemers tussen 18 en 54 jaar. Dit vervangt de responsabiliseringsbijdrage.
- Doktersbriefje voor de eerste ziektedag maximaal 2x per jaar (in ondernemingen > 50 werknemers) i.p.v. de huidige 3 keer.
- Invoering van de ‘fit note’ voor taken die de zieke werknemer nog kan doen.
- Re-integratietrajecten via werkgever houden rekening met andere werkgevers.
- TRIO-platform: Getuigschrift arbeidsongeschiktheid gedeeld na 1 maand.
- Preventieadviseur-arbeidsarts onderneemt actie na 1 maand afwezigheid.
- Werkgevers ondersteunen bij re-integratieplannen en verplichten na 8 weken arbeidsongeschiktheid arbeidspotentieel in te schatten. Sanctie voor werkgevers met >20 werknemers indien geen re-integratieproces binnen 6 maanden.
Wat doet Securex voor jou?
Wij volgen de uitwerking van de maatregelen uit het regeerakkoord verder op. Van zodra er meer concrete details zijn lees je het op Lex4You. Wil je meer weten over alles wat er beweegt n.a.v. het regeerakkoord? Schrijf je dan zeker in voor onze Webinar sociale actua van 18 februari 2025; of kies direct voor een voordelig abonnement.
Bron