Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen

Kan de belastingplichtige de bedrijfsvoorheffing laten terugbetalen waarvoor hij een gedeeltelijke vrijstelling had kunnen genieten?

Als de werkgever geen gebruik maakt van de mogelijkheid tot vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing terwijl hij beantwoordde aan de wettelijke voorwaarden, dan mag hij een regularisatieaanvraag bij de fiscus indienen om de terugbetaling van het gedeelte van de bedrijfsvoorheffing dat hij niet had moeten storten, terug te krijgen.

Laatst bijgewerkt op 4 december 2024

We willen er wel op wijzen dat onderstaande mogelijkheid inzake “retro- actieve toepassing van de maatregel” deels is uitgedoofd sinds 1 januari 2019. Vanaf 1 januari 2014 is het immers niet meer mogelijk om toepassing te maken van de maatregel van het wetenschappelijk onderzoek als het project niet voorafgaand werd aangemeld en goedgekeurd door BELSPO. Indien het project wel voorafgaandelijk werd aangemeld, maar de gedeeltelijke vrijstelling niet ten volle werd benut (bijvoorbeeld voor werknemer X werd verkeerdelijk slechts rekening gehouden met een tewerkstelling van 50% van zijn arbeidstijd in het onderzoeksproject, terwijl dit in realiteit 100% was), dan blijft de regularisatieaanvraag onzer inziens wel mogelijk.

Hoe moet je een aanvraag tot teruggave indienen?

Als je vaststelt dat je geen vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing hebt verkregen waarvoor je wel in aanmerking kwam, dan kan je deze vrijstelling met terugwerkende kracht toepassen. De te volgen procedure hangt af van hoe lang geleden de aangifte van bedrijfsvoorheffing die je wilt corrigeren werd ingediend. Je kunt de terugbetaling verkrijgen:

  • via een vereenvoudigde procedure tot 31 augustus van het jaar volgend op het jaar van de aangifte
  • via een gemotiveerd bezwaarschrift (zwaardere procedure) binnen drie jaar vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de voorheffing aan de fiscus verschuldigd was.

Vereenvoudigde procedure

Correcties van een eerdere situatie kunnen vlot via een vereenvoudigde procedure worden aangebracht, d.w.z. zonder dat een bezwaarschrift moet worden ingediend. Het belastingvoordeel kan worden gevraagd tot augustus van het jaar volgend op het jaar van de aangifte, via een regularisatie van de bedrijfsvoorheffing.

Tot 31 augustus van het jaar volgend op dat van de inkomsten gebeurt de aanvraag tot teruggave van de gestorte bedragen door de indiening van een tweede (negatieve) aangifte 274 bij het bevoegde ontvangkantoor [1].

Voorbeeld

Heb je nog geen belastingvrijstelling toegepast voor 2024? Maak je geen zorgen! De vrijstelling kan nog met terugwerkende kracht tot eind augustus 2025 worden toegepast via een regularisatie van de bedrijfsvoorheffing. Vanaf september 2025 is dit alleen nog via een gemotiveerd bezwaarschrift mogelijk.

Gemotiveerd bezwaarschrift

Vanaf 1 september van het jaar volgend op dat van de inkomsten kan de rechtzetting enkel gebeuren door de indiening van een bezwaarschrift bij de adviseur-generaal [2] van de bevoegde Administratie van de FOD Financiën (bevoegde Centrum voor grote ondernemingen, dan wel voor KMO’s). Dat bezwaarschrift is mogelijk binnen een maximumtermijn van 3 jaar vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de voorheffing aan de fiscus verschuldigd was. Die termijn van 3 jaar maakt het mogelijk om de rekeningen van de overheid binnen een redelijke termijn af te sluiten. Voor de bezoldigingen toegekend in 2021 moet de aanvraag tot terugbetaling dus uiterlijk op 31 december 2024 toekomen.

Verkorte verjaringstermijn sinds 1 juli 2022

Sinds 1 juli 2022 wordt de verjaringstermijn voor dergelijke aanvragen verkort van vijf tot drie jaar.

De nieuwe verjaringstermijn van drie jaar geldt enkel voor bezwaarschriften :

  • die vanaf 1 juli 2022 worden ingediend en die gebaseerd zijn op de toepassing met terugwerkende kracht van een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing.
  • Ze is dus niet van toepassing op aanvragen tot terugbetaling van bedrijfsvoorheffing op grond van een andere reden. Daarvoor blijft de verjaringstermijn van vijf jaar van toepassing.

Voorbeeld

Op 31 december 2024 betaalt een werkgever uit de privésector een bezoldiging. Hij heeft recht op  vrijstelling van doorstorting van een deel van de ingehouden bedrijfsvoorheffing in het kader van de structurele vrijstelling.

De werkgever kan de terugbetaling vragen van de bedragen die overeenstemmen met de vrijstelling van doorstorting door een tweede aangifte (274) in te dienen en dit uiterlijk tegen 31 augustus 2025.  Eens die termijn verstreken is, zal hij nog steeds de mogelijkheid hebben om een aanvraag tot teruggave in te dienen, maar dan door middel van een bezwaarschrift dat aangetekend wordt verstuurd naar de bevoegde Administratie van de FOD Financiën tegen 31 december 2027

[1] Let op ! Hoewel Finprof wordt afgesloten op 31 augustus houden wij rekening met de vakantieperiode. Wij vragen jou om ons de correcties aan de vrijstellingen vóór eind mei te bezorgen.

[2] Art. 366 van het WIB 1992.

Alle artikelen over Onderzoek & ontwikkeling (O&O)