Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen
Praktische vragen over de opzegtermijn

Wat indien de werknemer ziek wordt tijdens de opzegtermijn?

Indien een werknemer die door zijn werkgever wordt ontslagen, ziek wordt tijdens de opzegtermijn dan wordt de opzegtermijn geschorst.

Laatst bijgewerkt op 18 januari 2024

In dat geval kan de werkgever beslissen om de arbeidsovereenkomst tijdens die periode van arbeidsongeschiktheid definitief te verbreken met betaling van een verbrekingsvergoeding die overeenstemt met de nog te lopen opzegtermijn.  Van het bedrag van de verbrekingsvergoeding mag hij vervolgens het wettelijk gewaarborgd loon aftrekken dat in het kader van deze arbeidsongeschiktheid betaald werd.

Definitie

Onder "wettelijk gewaarborgd loon" moet worden verstaan, het loon dat betaald wordt op basis van de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978. 

Voor de gewone bedienden komt dit dus neer op 30 dagen gewaarborgd loon [1].

Voor arbeiders en bedienden met een contract van minder dan 3 maanden mag de werkgever echter maar 14 dagen gewaarborgd loon aftrekken (7 dagen aan 100% en 7 dagen aan 60%) [2]. Dagen 15 tot en met 30 van de ziekteperiode worden immers betaald op basis van de cao's nr. 12bis en 13bis, en niet op basis van de arbeidsovereenkomstenwet.

Voorwaarden

Om het wettelijk betaalde gewaarborgd loon van het bedrag van de verbrekingsvergoeding te mogen aftrekken, moeten de volgende voorwaarden cumulatief vervuld zijn:

  • De werknemer werd door de werkgever ontslagen mits prestatie van een opzegtermijn
  • Hij is arbeidsongeschikt geworden na de betekening van die opzeg (opgelet, indien de betekening met een aangetekend schrijven gebeurt, heeft deze pas plaats de 3de werkdag na verzending van het aangetekend schrijven [3])
  • En tijdens die arbeidsongeschiktheid verbreekt zijn werkgever de overeenkomst om geldige redenen (de notie geldige redenen is een verwijzing naar de anti-discriminatiewetgeving: De reden van verbreking mag dus niet bestaan in het loutere feit dat de werknemer ziek is)

Uit de memorie van toelichting blijkt duidelijk dat enkel het gewaarborgd loon dat verband houdt met de periode van arbeidsongeschiktheid waarin de werkgever de arbeidsovereenkomst definitief beëindigd heeft (en dus niet met het gewaarborgd loon dat tijdens de eventuele vorige ziekteperiodes tijdens de opzegtermijn betaald werd), afgetrokken mag worden.

Voorbeeld: de werknemer wordt opgezegd met een opzegtermijn van 30 weken die een aanvang neemt op maandag 5 juli 2021. Hij valt op 9 juli ziek voor één week. Een nieuwe periode van arbeidsongeschiktheid vindt plaats op 25 augustus voor een duur van 5 weken. Tijdens deze lange periode van arbeidsongeschiktheid beslist de werkgever om een einde te maken aan de arbeidsovereenkomst met een verbrekingsvergoeding. Deze verbrekingsvergoeding stemt overeen met de nog te lopen opzegtermijn waarvan het gewaarborgd loon dat werd betaald tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid die aanving op 25 augustus in mindering wordt gebracht. Er mag geen aftrek gebeuren voor de voorafgaande periode van arbeidsongeschiktheid.

Indien de werkgever de overeenkomst niet tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid beëindigt, maar pas erna, mag het gewaarborgd loon niet afgetrokken worden.

[1] Artikel 70 van de wet van 3 juli 1978.

[2] Artikel 52 en artikel 71 van de wet van 3 juli 1978. 

[3] Indien de werkgever de werknemer op maandag een aangetekend schrijven stuurt om zijn ontslag te betekenen, dan vindt de betekening pas plaats op donderdag. Als de arbeidsongeschiktheid van de werknemer op dinsdag of woensdag van die week begint, zal de werkgever het gewaarborgd loon dus niet mogen aftrekken, ook al was de werknemer reeds voor het begin van zijn arbeidsongeschiktheid op de hoogte van zijn ontslag.

Alle artikelen over Praktische vragen over de opzegtermijn