Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen
Praktische vragen over de opzegtermijn

Hoe wordt de schorsing van de opzegtermijn berekend?

Er bestaan twee methodes.

Laatst bijgewerkt op 18 januari 2024

Belangrijke opmerking vooraf

Volgens de FOD moet de schorsing gerekend worden van de effectieve begindatum tot de effectieve einddatum, waarbij niet alleen de werkdagen maar ook de gewone inactiviteitsdagen, zondagen en feestdagen die ingesloten liggen in de schorsingsperiode, worden meegeteld. De gewone inactiviteitsdagen, zondagen en feestdagen die zich situeren aan het begin of einde van de schorsingsperiode, worden daarentegen niet in aanmerking genomen [1].

Onder gewone inactiviteitsdagen wordt verstaan:

  • Voor alle werknemers: de dagen waarop in de onderneming niet gewerkt wordt (vaak de zaterdagen)
  • Voor deeltijdse werknemers of werknemers die als deeltijders beschouwd worden (werknemers in deeltijds tijdskrediet of deeltijds thematisch verlof of deeltijdse werkhervatting): de dagen waarop deze werknemers volgens hun uurrooster geen prestaties leveren

Een eerste methode

De na te leven regels zijn de volgende:

  • De duur van de schorsing wordt steeds in kalenderdagen berekend
  • Alle dagen schorsing worden in aanmerking genomen
  • De opzegtermijn wordt vanaf de datum waarop de aanvankelijk voorziene opzegtermijn verstrijkt met het totaal aantal schorsingsdagen verlengd

Voorbeeld 1

Op woensdag wordt een opzeg betekend aan een arbeider met een aangetekende brief.  De volgende dag, donderdag, wordt de arbeider ziek tot en met de daaropvolgende dinsdag.  De opzegtermijn die op maandag moest aanvangen, zal pas vanaf woensdag, de eerste dag van de werkhervatting, beginnen te lopen.

Voorbeeld 2

Een bediende die voltijds van maandag tot vrijdag werkt, wordt ontslagen met een opzeg van 3 maanden die aanvangt op 1 januari.  Hij neemt vakantie vanaf maandag 10 januari tot en met vrijdag 28 januari.  Daarna overhandigt hij een medisch attest waaruit blijkt dat hij arbeidsongeschikt is van woensdag 30 maart tot en met dinsdag 5 april.

Oplossing

  • Einddatum van de aanvankelijk voorziene opzegtermijn: 31 maart
  • Aantal schorsingsdagen: 19 kalenderdagen wettelijke vakantie + 7 kalenderdagen ziekte, hetzij 26 schorsingsdagen
  • Effectieve einddatum van de opzegtermijn: 26 april

Een andere even goede methode

De na te leven regels zijn de volgende:

  • De duur van de schorsing wordt steeds in kalenderdagen berekend
  • Enkel de schorsingsdagen tijdens de oorspronkelijk voorziene opzegperiode worden meegeteld
  • De opzeg wordt verlengd met dit aantal dagen vanaf de terugkeer van de werknemer

Voorbeeld

Een bediende die voltijds van maandag tot vrijdag werkt, wordt ontslagen met een opzeg van 3 maanden die aanvangt op 1 januari.  Hij neemt vakantie vanaf maandag 10 januari tot en met vrijdag 28 januari.  Daarna overhandigt hij een medisch attest waaruit blijkt dat hij arbeidsongeschikt is van woensdag 30 maart tot en met dinsdag 5 april.

Oplossing

  • Einddatum van de aanvankelijk voorziene opzegtermijn: 31 maart
  • Aantal over te dragen schorsingsdagen bij de terugkeer van de werknemer: 19 kalenderdagen wettelijke vakantie + 2 kalenderdagen ziekte vóór 31 maart, hetzij 21 schorsingsdagen
  • Datum van terugkeer van de werknemer: 5 april
  • Effectieve einddatum van de opzegtermijn: 26 april

[1] Deze visie werd onlangs ook door het Hof van Cassatie bevestigd in een arrest van 23 januari 2017. In dat arrest zegt het Hof immers dat de opzegtermijn moet worden verlengd met het aantal kalenderdagen overeenstemmend met de gehele periode van schorsing.

Alle artikelen over Praktische vragen over de opzegtermijn