Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen
Gelegenheidsarbeiders in de landbouw- en tuinbouwsector

Wat zijn de regels op het vlak van de bedrijfsvoorheffing?

Er wordt een onderscheid gemaakt of de werknemers al dan niet per stuk worden bezoldigd.

Laatst bijgewerkt op 6 juli 2022

Werknemers die per stuk worden bezoldigd

Voor de inkomsten van werknemers die per stuk worden bezoldigd in de landbouwsector geldt:

  • Er wordt bedrijfsvoorheffing ingehouden berekend tegen het tarief van 11,11%[1] en dit zonder vermindering voor personen ten laste, bij groepsverzekering….) 
  • Ze moeten per werknemer worden vermeld op fiches 281.10 en worden via het ‘Belcotax-On-Web’ worden verzonden naar het documentatiecentrum

Gelegenheidsarbeiders worden belast op hun werkelijk ontvangen inkomsten van gelegenheidsarbeid, en niet op het forfaitair dagloon.

Niet per stuk bezoldigde werknemers

Voor werknemers die niet voltijds zijn tewerkgesteld bij andere werkgevers en die uitsluitend arbeidsprestaties als gelegenheidsarbeider verrichten (maar niet per stuk worden betaald), moeten de algemene regels voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing worden toegepast.

Voor werknemers die voltijds worden tewerkgesteld door andere werkgevers en die daarnaast occasioneel arbeidsprestaties verrichten als gelegenheidsarbeider (maar niet per stuk worden betaald), wordt de ingehouden bedrijfsvoorheffing berekend op basis van de regels voor toevallig of periodiek en bijkomstig betaalde vergoedingen en toelagen.

Wanneer je niet-inwoners tewerkstelt in de land- en tuinbouwsector, moet je sinds 25 maart 2021 meer bedrijfsvoorheffing (18,725%) inhouden op de bezoldigingen voor hun seizoensarbeid. In januari van dit jaar werd deze voorheffing bovendien bevrijdend gemaakt vanaf het inkomstenjaar 2021. Concreet is dat het paritair comité 144 en het paritair comité 145 (met uitzondering van paritair comité 145.040).  Deze stijging betreft echter alleen niet-inwoners. Bovendien is zij niet van toepassing wanneer de werkgever een regeling van forfaitaire belastingaangifte gebruikt .

Uitzonderingen

In bepaalde gevallen kan de administratie in overleg met de betrokken beroepsgroeperingen, forfaitaire grondslagen van aanslag vaststellen voor bepaalde handels-, ambachts-, landbouw, en tuinbouwactiviteiten[2]. Die akkoorden worden jaarlijks herzien en stellen de volgende gegevens forfaitair vast :

  • Het beroepsinkomen van de uitbaters
  • De brutolonen die ze in mindering mogen brengen van hun inkomsten
  • Het tarief van de bedrijfsvoorheffing die op die forfaitaire lonen dient te worden toegepast

Gelegenheidsarbeiders die worden tewerkgesteld door producenten die gebruik maken van die grondslagen van aanslag zijn vrijgesteld van aangifte van die inkomsten aan de administratie.

De producent moet echter:

  • De voorheffing die verschuldigd is op die fictieve lonen aan de Schatkist storten vóór 15 januari van het jaar dat volgt op het jaar van betaling of toekenning van de inkomsten
  • De fictieve inkomsten aangeven op een fiche 274.3 en die fiche sturen naar de Ontvanger der Belastingen waarvan hij afhangt
  • De fictieve inkomsten vermelden op een fiche 281.10 waarop het totaal bedrag is opgenomen van de seizoenslonen, alsook de bedrijfsvoorheffing en, in plaats van de naam van de werknemer, de vermelding ‘globaal verantwoorde seizoenslonen’.

De producent neemt hiervoor best contact op met zijn of haar boekhouder. Securex komt niet tussen in de opmaak van de fiche 274.3.

Op de site van de FOD Financiën kunt u deze akkoorden raadplegen in de taal van het gewest waarvoor ze werden gesloten.

 

[1] Com.IB 275/97.1

[2] Art 342 van het WIB voorziet in die mogelijkheid

Alle artikelen over Gelegenheidsarbeiders in de landbouw- en tuinbouwsector