De werkgever en de werknemer wijzen, binnen de twee werkdagen na de overhandiging van de bevindingen van de controlearts, in onderling overleg een arts-scheidsrechter aan. Deze arts-scheidsrechter hoeft niet noodzakelijk een arts te zijn die voorkomt op de lijst die door de FOD wordt bijgehouden. Ze kunnen ook een beroep doen op een andere arts van hun keuze, voor zover deze uiteraard aan de voorwaarden beantwoordt om als arts-scheidsrechter aangeduid te worden.
Wordt er geen akkoord bereikt, dan moet de “meest gerede partij” [1] binnen diezelfde termijn van twee werkdagen na de overhandiging van de bevindingen van de controlearts, een arts-scheidsrechter aanduiden. In dat geval is hij verplicht een arts te kiezen die voorkomt op de lijst van de FOD. De keuze die hij maakt, moet verplicht door de andere partij gevolgd worden.
Indien de werkgever de meest gerede partij is, kan hij zelf een arts-scheidsrechter aanduiden, maar hij kan eveneens de controlearts uitdrukkelijk machtigen om dit te doen. Ook de werknemer kan zijn behandelende arts daartoe uitdrukkelijk machtiging geven.
Opmerking: indien de meest gerede partij deze termijn van 2 werkdagen niet respecteert, kan hij de scheidsrechtelijke procedure niet meer opstarten. Hij kan zich wel nog tot de arbeidsrechtbank wenden met de vraag om een expert aan te wijzen.
[1] Dit is de partij die er het meeste belang bij heeft om het geschil op te lossen.