Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen
Algemene regels

Trio "buiten categorie" - Loonachterstallen

Dit zijn bezoldigingen die na het verstrijken van het belastbare tijdperk waarop zij in werkelijkheid betrekking hebben werden verkregen, hetzij door toedoen van de overheid (administratie), hetzij wegens het bestaan van een geschil tussen de werkgever en de werknemer.

Laatst bijgewerkt op 12 maart 2024

Begrip

Dit zijn bezoldigingen die na het verstrijken van het belastbare tijdperk waarop zij in werkelijkheid betrekking hebben werden verkregen, hetzij door toedoen van de overheid (administratie), hetzij wegens het bestaan van een geschil [1] tussen de werkgever en de werknemer.

Methode voor de vaststelling van de bedrijfsvoorheffing

Het berekeningsrooster voor achterstallen bevat twee kolommen:

  • De eerste kolom vermeldt de verschillende schijven van de referentiebezoldigingen
  • In de tweede kolom staat tegenover elke bezoldigingsschijf het percentage van bedrijfsvoorheffing dat van toepassing is op de achterstallen

"Referentiebezoldiging"

De ‘referentiebezoldiging’ is de normale (belastbare) bruto bezoldiging van het jaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het jaar waarop de achterstallen betrekking hebben [2].

Er kan echter een andere referentiebezoldiging worden gehanteerd. De verkrijger kan bewijzen dat de referentiebezoldiging de normale bruto jaarbezoldiging is van het laatste jaar van normale activiteit dat voorafgaat aan de betaling van de achterstallen. 

Vrijstelling van bedrijfsvoorheffing voor een deel of voor het volledige bedrag van de achterstallen

Nadat het toepasselijke percentage van de bedrijfsvoorheffing werd vastgesteld, kan het bedrag van de achterstallen volledig of gedeeltelijk worden vrijgesteld van bedrijfsvoorheffing.

Tegenover het aantal kinderen ten laste (kolom 1) wordt in kolom 2 een grensbedrag van referentiebezoldiging vermeld dat niet mag worden overschreden [3]. 

Een gehandicapt kind telt voor twee. 

Na vaststelling van de referentiebezoldiging kunnen zich twee situaties voordoen:

  • Ofwel is het verkregen bedrag hoger dan het grensbedrag op basis van het aantal kinderen ten laste en wordt geen vrijstelling toegekend
  • Ofwel is het jaarbedrag lager dan dit grensbedrag en wordt een vrijstelling toegekend

Het bedrag van de vrijstelling is gelijk aan het verschil tussen het bedrag van de referentiebezoldiging en het grensbedrag.

Als dat verschil groter is dan het basisbedrag van de bedrijfsvoorheffing, dan is uiteraard geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd.

Voor meer informatie over de exacte bedragen en percentages van de bedrijfsvoorheffing voor loonachterstallen, kan u onze barema’s ter zake raadplegen.

Voorbeeld

Zie bijlage 4.

Bijzonderheid

Lage inkomens

Wanneer het twaalfde van het jaarbedrag van de referentiebezoldiging geen aanleiding zou geven tot bedrijfsvoorheffing volgens de regels betreffende per maand betaalde bezoldigingen (volgens schaal I of schaal II), is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de achterstallen.

[1] Een betwisting is voldoende zonder dat een gerechtelijke procedure of een andere geschilprocedure noodzakelijk is. 

[2] De Circulaire van 13 november 2011 (nr. CI.RH.241/629.863) schrapt de toepassing van de onder de nummers 171/324-325 Com.IB 92 opgenomen bepalingen. Concreet betekent dit dat enkel nog het laatste vorige jaar waarin de belastingplichtige een normale beroepswerkzaamheid heeft gehad, kan worden aangemerkt als een geldig referentiejaar. Het jaar waarin een belastingplichtige geen normale beroepswerkzaamheid heeft uitgeoefend, maar gedurende elk van de twaalf maanden van het beschouwde jaar belastbare beroepsinkomsten heeft verkregen (met inbegrip van vervangingsinkomsten, pensioenen, renten, enz.) kan voortaan niet meer als een geldig referentiejaar worden aangemerkt (bijvoorbeeld een belastingplichtige die gedurende het jaar 3 maanden werkzaam is geweest en de overige 9 maanden van inactiviteit een vervangingsinkomen heeft gekregen). Deze circulaire is van toepassing voor de berekening van de voorheffing, ook al bepaalt artikel 171 5 ° van het Cir dat de in aanmerking te nemen referentieperiode het laatste voorafgaande jaar is waarin de belastingplichtige 12 maanden belastbaar beroepsinkomen had.

[3] Met een maximum van 12 kinderen ten laste.

Alle artikelen over Algemene regels