Principe
Bedoelde vrijstelling is van toepassing op de werknemers die:
- Onderworpen zijn aan de arbeidswet van 16 maart 1971
EN
- Die vallen onder categorie 1 van de structurele vermindering van de sociale lasten [1]. Het betreft de werknemers uit de profitsector die aan het geheel van de socialezekerheidsstelsels onderworpen zijn [2]. Behoren echter niet tot deze categorie 1:
- De werknemers die in aanmerking komen voor de Sociale Maribel
- De werknemers die tewerkgesteld worden bij een werkgever die behoort tot het paritair comité voor de beschutte- en sociale werkplaatsen
Uitzonderingen
Vallen buiten het toepassingsgebied van deze vrijstelling:
- Personen met een leidinggevende functie of vertrouwenspost (bv. managers)
- Handelsvertegenwoordigers
- Huisarbeiders
- Dienstboden
- Personen tewerkgesteld in een familieonderneming waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen onder het uitsluitende gezag van de vader, moeder of de voogd tewerkgesteld zijn
[1] Artikel 330 van de Programmawet van 24 december 2002.
[2] Artikel 21, §1 van de Wet van 29 juni 1981.