Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen
Rust- en overlevingspensioen – Toegelaten beroepsactiviteit

Welke inkomsten worden in aanmerking genomen?

Hier vindt u met welke inkomsten rekening wordt gehouden om het pensioen te kunnen behouden.

Laatst bijgewerkt op 21 februari 2024

Voor een activiteit als loontrekkende

Indien het een activiteit als loontrekkende betreft, moet men het bruto beroepsinkomen in acht nemen om na te gaan of de toegelaten grenzen al dan niet overschreden zijn. Men houdt hierbij rekening met alle elementen van de bezoldiging [1], met name het betaalde loon voor de effectief gepresteerde arbeid, de betaalde feestdagen, het gewaarborgd week- of maandloon, de voordelen in natura, het enkel vakantiegeld (dit wordt in het jaar van betaling in aanmerking genomen), de eindejaarspremie.

Komen evenwel niet in aanmerking: het dubbel vakantiegeld, de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheques of de hospitalisatieverzekering, de verplaatsingskosten, het voordeel in natura dat voortvloeit uit het privégebruik van een bedrijfswagen, de loonbonus en de maaltijdkosten die door de werkgever terugbetaald worden (ze worden niet als inkomsten beschouwd).

Sinds 1 januari 2015, voor de pensioenen die ten vroegste op die datum ingingen [2], wordt de opzegvergoeding, afscheidsvergoeding of een ontslagvergoeding of elk als zodanig geldend voordeel beschouwd als een inkomen dat gelijkmatig gespreid moet worden over de duur van de opzegtermijn. Voor de pensioenen die aanvingen voor 1 januari 2015, houden we sinds 2015 eveneens rekening met elke vergoeding die ten vroegste op 1 januari 2015 begon.

Vermits het hier om bruto beroepsinkomsten gaat, moet men het bedrag van de bezoldiging vóór aftrek van de socialezekerheidsbijdragen en de bedrijfsvoorheffing in acht nemen.

Voor een activiteit als zelfstandige of helper

Indien het om een activiteit als zelfstandige of helper gaat, moet men daarentegen het netto belastbaar beroepsinkomen in acht nemen, met name het bruto inkomen verminderd met de beroepsuitgaven en -kosten en, desgevallend, het aandeel dat aan de helpende echtgenoot toegekend werd, maar vóór de eventuele toepassing van de huwelijksquotiënt [3].

Dat inkomen omvat niet de verwijlinteresten, noch de betaalde bijdragen in toepassing van het sociaal statuut van zelfstandige of van de koninklijke besluiten houdende maatregelen betreffende de loonmatiging, vóór de effectieve aanvangsdatum van het pensioen en terugbetaald aan de gerechtigde na deze datum.

In geval van cumul van een activiteit als werknemer en een activiteit als zelfstandige

Indien twee of meer verschillende beroepsbezigheden gelijktijdig of opeenvolgend gecumuleerd worden, moet men vertrekken van het netto inkomen van de zelfstandige of van de helper en 80% van het bruto inkomen van de loontrekkende. De cumul van deze inkomsten mag de toegelaten bedragen voor een activiteit van zelfstandige of helper niet overschrijden.

[1] In de praktijk wordt rekening gehouden met de looncodes 1, 2, 5, 6, 7 en 20 van de DmfA.

[2] Er zijn overgangsmaatregelen voorzien voor de pensioenen die voor die datum ingaan.

[3] Het RIZIV houdt rekening met het inkomen dat door de Administratie der directe belastingen weerhouden werd voor het betrokken jaar.

Alle artikelen over Rust- en overlevingspensioen – Toegelaten beroepsactiviteit