Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen
Wettekst met uitleg (bijlage III KB/WIB ’92) 

Wat zijn de verschillende categorieën van sportbeoefenaars? (punten 138 tot 148)

Afhankelijk van de hoedanigheid van betrokken persoon (sportbeoefenaar, trainer, rijksinwoner,...) zijn er verschillende regels inzake de bedrijfsvoorheffing van toepassing.

Laatst bijgewerkt op 18 maart 2024

Sportbeoefenaars die inwoners zijn (Rijksinwoners)

"Jonge" sportbeoefenaars (punt 139)

Het gaat om bezoldigingen van sportbeoefenaars die op 1 januari 2025 de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt, doch jonger zijn dan 23 jaar of 25 jaar oud zijn (zie punt 149).

Sportbeoefenaars als nevenactiviteit (punt 140)

Dat zijn de sportbeoefenaars die 23 of 24 jaar oud zijn op 1 januari 2025 of op die datum de leeftijd van 26 jaar hebben bereikt, de scheidsrechters, opleiders, trainers en begeleiders.  Deze regeling is van toepassing op voorwaarde dat de inkomsten uit sport die deze verkrijgers ontvangen bijkomstige inkomsten zijn, d.w.z. dat ze minder hoog zijn dan de inkomsten uit een andere beroepsactiviteit (zie punt 150).

De andere sportbeoefenaars die inwoners zijn (punt 141)

Dit is de restcategorie, m.a.w. de andere sportbeoefenaars die inwoner zijn die niet binnen één van de 2 bovenvermelde categorieën vallen (zie punten 31 tot 52: de bezoldigingen van werknemers (inwoners) en de ermee gelijkgestelde inkomsten).

Sportbeoefenaars (in strikte zin) die geen inwoner zijn

Sportbeoefenaars die in geen inwoner zijn die in België een sportactiviteit uitoefenen gedurende maximaal 30 dagen (punt 143)

De beroepsinkomsten die worden ontvangen door sportbeoefenaars die geen inwoner zijn voor de sportactiviteit die ze persoonlijk uitoefenen in België gedurende maximaal 30 dagen berekend op een periode van 12 opeenvolgende maanden en per schuldenaar van inkomsten (zie punt 143).

Sportbeoefenaars die geen inwoner zijn die in België een sportactiviteit uitoefenen gedurende meer dan 30 dagen (punt 144)

Voor de bezoldigingen [1] die betaald worden aan jonge sportbeoefenaars wordt de bedrijfsvoorheffing berekend volgens punt 149.

Voor de inkomsten [2] die betaald worden aan sportbeoefenaars die ouder zijn dan 26 jaar die beroepsinkomsten ontvangen waarvan het belastbaar bedrag hoger is dan het bedrag dat ze in het kader van hun sportactiviteiten ontvangen, wordt de bedrijfsvoorheffing berekend volgens punt 150.

Sportbeoefenaars van wie de inkomsten van een persoonlijk uitgeoefende sportactiviteit worden toegekend aan een andere persoon (punt 145)

De bedrijfsvoorheffing op dergelijke inkomsten wordt bepaald volgens punten 133 tot 135  (‘inkomsten van podiumkunstenaars die geen inwoner zijn’).

Andere sportbeoefenaars die geen inwoner zijn (punt 146)

Voor de inkomsten van sportbeoefenaars die niet worden beoogd in de bovenvermelde situaties wordt de bedrijfsvoorheffing als volgt vastgesteld:

  • Volgens de regels van deel 2, deel 3, hoofdstuk 1 tot 5  (punten 31 tot 52) of deel 6, hoofdstukken 1 tot 4, afdeling 3 (punten 107 tot 116) voor de bezoldigingen en ermee gelijkgestelde inkomsten naargelang ze al dan niet worden gelijkgesteld met inwoners
  • Volgens punt 66 voor de andere inkomsten

Scheidsrechters, opleiders, trainers en begeleiders die geen inwoner zijn

De inkomsten [3] uit sportactiviteiten zijn bijkomstige inkomsten (punt 158)

De bedrijfsvoorheffing wordt vastgesteld volgens punt 161.

De inkomsten [4] uit sportactiviteiten zijn hoofdinkomsten (punt 159)

In dat geval wordt de bedrijfsvoorheffing als volgt vastgesteld:

  • Volgens de regels van deel 2, deel 3, hoofdstuk 1 tot 5  (punten 34 tot 58) of deel 6, hoofdstukken 1 tot 4 (punten 114 tot 140) voor de bezoldigingen en ermee gelijkgestelde inkomsten naargelang ze al dan niet worden gelijkgesteld met inwoners
  • Volgens punt 72voor de andere inkomsten

[1] In de zin van het artikel 30 1° WIB 1992.

[2] Behalve de bezoldigingen van bedrijfsleider.

[3] idem

[4] Idem.

Alle artikelen over Wettekst met uitleg (bijlage III KB/WIB ’92)