Het bijzonder stelsel van loonaansprakelijkheid werd recenter ingevoerd naar aanleiding van de omzetting van de detacheringsrichtlijn in Belgisch recht [1]. Het is enkel van toepassing op activiteiten in de bouwsector én voor wat de rechtstreekse onderaannemingsrelaties betreft (zie verder).
Dit regime werd uitgebreid naar de werkzaamheden binnen de verhuissector.
Dit bijzonder stelsel heeft onmiddellijke uitwerking. In tegenstelling tot bij het algemeen stelsel wordt dit stelsel dus niet pas van toepassing na het verstrijken van een termijn van 14 werkdagen na een schriftelijke kennisgeving door de inspectiediensten.
Waarom een bijzondere loonaansprakelijkheidsregeling voor activiteiten in de bouwsector en de activiteiten in de verhuissector?
Omdat het algemeen stelsel van loonaansprakelijkheid dat al in België bestaat en op alle sectoren van toepassing is, geen onmiddellijke uitwerking heeft en beperkt is in de tijd, heeft onze wetgever een bijzondere regeling moeten invoegen die bovenop de algemene regeling komt, en voldoet aan de voorwaarden die de Europese detacheringsrichtlijn oplegt.
Er bestaan dus twee regelingen naast elkaar:
- De algemene regeling, die van toepassing is op een aantal sectoren en die ook geldt voor onrechtstreekse contractuele relaties
- De bijzondere regeling, die van toepassing is op activiteiten in de bouwsector en de verhuissector én voor wat de rechtstreekse onderaannemingsrelaties betreft [2].
Het is de ene of de andere regeling
Hoewel de bijzondere regeling bovenop de algemene regeling komt, zullen beide regelingen niet tegelijk van toepassing zijn. Voor wat het toepassingsgebied betreft, komt de bijzondere regeling in de plaats van de algemene regeling. Als een situatie niet wordt beoogd door die bijzondere regeling (als het bijvoorbeeld gaat om onrechtstreekse onderaannemingsrelaties voor activiteiten in de bouwsector), dan is de algemene regeling van toepassing.
Voorbeeld: aannemer A doet een beroep op onderaannemer B om bouwwerkzaamheden uit te voeren. B leeft de minimumlonen niet na. A kan verplicht worden om de door B verschuldigde loonachterstallen te betalen. De bijzondere regeling van de richtlijn is van toepassing.
Als het echter niet B, maar een onderaannemer D aan het einde van de onderaannemingsketen is die de barema’s niet naleeft, dan is de regeling van de richtlijn niet van toepassing. Het gaat dan immers niet om een situatie van rechtstreekse onderaanneming. Dan is het algemene stelsel van loonaansprakelijkheid van toepassing.
Beoogde activiteiten/diensten
Het bijzonder stelsel is van toepassing op activiteiten in de bouwsector (wat ruimer is dan enkel de sector van het bouwbedrijf!) en op de activiteiten in de verhuissector.
Het gaat om alle activiteiten in de bouwsector die betrekking hebben op het oprichten, het herstellen, het onderhouden, het verbouwen of het slopen van bouwwerken, en met name de volgende activiteiten: graafwerkzaamheden, andere grondwerkzaamheden, bouw, monteren en demonteren van prefab-elementen, inrichting of uitrusting, verbouwing, restauratie, herstelwerkzaamheden, ontmanteling, sloop, groot onderhoud, klein onderhoud - schilderwerk en schoonmaak, sanering. Metaalbouw, schoonmaak... worden dus ook beoogd.
De activiteiten in de verhuissector zijn deze die gedefinieerd worden in de artikelen 4/2, alineas 1 tot 3, van het Koninklijk besluit van 22 januari 2010 tot oprichting van de paritaire subcomités voor het vervoer en de logistiek en tot vaststelling van hun benaming en bevoegdheid alsook de activiteiten die uitgeoefend worden in het kader van deze activiteiten met hijs- of hefapparatuur van welke aard dan ook.
Principe: hoofdelijke aansprakelijkheid voor de betaling van het verschuldigde loon
Het principe bestaat erin dat de aannemer die voor activiteiten in de bouwsector beroep doet op een onderaannemer, hoofdelijk aansprakelijk is voor de betaling van het loon dat verschuldigd is aan de door die onderaannemer tewerkgestelde werknemer, en dat overeenstemt met de arbeidsprestaties die de werknemer daadwerkelijk voor die onderaannemer heeft verricht.
Afwijkingen
Geen hoofdelijke aansprakelijkheid in geval van schriftelijke verklaring
De opdrachtgever is niet hoofdelijk aansprakelijk als hij in het bezit is van een schriftelijke verklaring, die door hemzelf en zijn aannemer is ondertekend, waarin de aannemer van de opdrachtgever:
- Bevestigt dat hij het loon dat verschuldigd is aan zijn werknemers (van de aannemer) betaalt en zal betalen
- En hen de gegevens meedeelt van de internetsite van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg waarin de inlichtingen betreffende het loon zijn opgenomen
Geen hoofdelijke aansprakelijkheid voor toekomstige loonschulden: kennisgeving door inspectie
De opdrachtgever blijft echter hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van het verschuldigde loon vanaf het verstrijken van een termijn van 14 werkdagen vanaf het tijdstip waarop de opdrachtgever kennis heeft van het feit dat zijn aannemer niet in orde is met de betaling van het loon (toekomstige loonschulden).
Die kennisname wordt onder meer bewezen geacht wanneer de opdrachtgever door de inspectie wordt ingelicht door middel van een kennisgeving, die moet worden aangeplakt.
Begrip loon
Onder loon wordt verstaan het loon dat verschuldigd is aan de werknemer, maar dat hem nog niet werd betaald, noch door zijn werkgever, noch door diegene die ertoe gehouden is het loon te betalen voor rekening van de werkgever, met uitzondering van de vergoedingen waarop de werknemer recht heeft als gevolg van de verbreking van zijn arbeidsovereenkomst.
Strafsancties
De wetgever voorziet in strafsancties bij niet-betaling van het loon door de hoofdelijk aansprakelijke of bij niet-aanplakking van de kennisgeving van de inspectiediensten. Het gaat om sancties van niveau 3 (raadpleeg de informatie over de inbreuken - trefwoord "Loon en andere voordelen" - onder de "Verplichtingen als werkgever/Sociale inspectie en sociaal strafrecht federaal").
[1] Richtlijn 2014/67 EU van het Europees Parlement en van de Raad van 15 mei 2014. Wet van 11 december 2016 die de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon heeft gewijzigd.
[2] Om een volledig beeld te geven, vermelden we nog dat er in de algemene regeling 3 mogelijke hoofdelijk aansprakelijken bestaan: de opdrachtgever, de aannemer en de intermediaire aannemer. Deze regeling is dus strenger dan die van de richtlijn, die niet van toepassing is op de opdrachtgever.