Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen
Verplichtingen van de buitenlandse werkgever

Verplichtingen van de buitenlandse werkgever die ressorteert onder het PC nr. 124

Wat moet de buitenlandse werkgever allemaal doen als hij een bouwactiviteit uitoefent in België?

Laatst bijgewerkt op 24 januari 2024

U vindt hieronder een overzicht van enkele specifieke verplichtingen die aan de werkgever die onder paritair comité nr. 124 ressorteert opgelegd worden. Opgelet, deze bijzonderheden gelden bovenop de reeds opgesomde algemene verplichtingen.

Verplichte inschrijving bij de PDOK [1] en betaling van de bijdragen tot het stelsel van de zegels

De buitenlandse werkgever dient zich steeds in te schrijven bij de PDOK wanneer hij werknemers tewerkstelt in België. Of hij moet deelnemen aan het stelsel van de weerverlet- en getrouwheidszegels, hangt af van het feit of de arbeiders onderworpen zijn aan de Belgische sociale zekerheid of niet.

De arbeiders zijn niet onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid

De werkgever dient niet deel te nemen aan het stelsel van de weerverletzegels, omdat hij slechts tijdelijk arbeiders in België tewerkstelt die niet onderworpen zijn aan de Belgische sociale zekerheid.

Hij moet daarentegen wel de bijdragen betalen voor het stelsel van de getrouwheidszegels behalve indien:

  • Hij gevestigd is in een lidstaat van de EER
  • En het bewijs voorlegt dat de tijdelijk in België tewerkgestelde arbeiders, gedurende de periode van tewerkstelling in België, gelijkwaardige voordelen genieten in hun land van herkomst [2]

Opmerking: de Nederlandse ondernemingen dienen geen bijdragen te betalen voor het stelsel van de getrouwheidszegels. Er werd immers een akkoord gesloten tussen de twee landen.

De arbeiders zijn onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid

De werkgever dient deel te nemen aan de stelsels van de weerverlet- en getrouwheidszegels.

Verplichte aangifte van de bezoldiging aan de PDOK

Een kwartaalaangifte van de bezoldiging dient aan de PDOK overgemaakt te worden. Deze aangifte stelt dit organisme in staat het bedrag van de bijdragen voor het stelsel van de zegels vast te stellen. De aangifte bevat de lijst van de arbeiders die in België tewerkgesteld worden (naam, voornaam en adres) en het bedrag van de bruto bezoldigingen geïnd tijdens de periode van tewerkstelling in België voor de prestaties uitgevoerd in België.

Wanneer de buitenlandse onderneming vrijgesteld is van de bijdrageplicht, deelt ze op de aangifte uitsluitend de naam, de voornaam en het adres van de tijdelijk in België tewerkgestelde arbeiders mee. Ze vermeldt een bezoldiging gelijk aan 0 voor ieder van hen en voegt hierbij het bewijs van het bestaan van een gelijkwaardig voordeel [3].

Inschrijving bij het Fonds voor Bestaanszekerheid?

De buitenlandse onderneming die in België werknemers onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid tewerkstelt, neemt automatisch deel aan het Fonds voor de Bestaanszekerheid door de aangiften en betalingen van bijdragen bij de RSZ uit te voeren.

Indien de buitenlandse werkgever enkel werknemers tewerkstelt die niet aan de Belgische sociale zekerheid onderworpen zijn, moet hij zich niet bij het Fonds inschrijven.

Bijzondere verplichting inzake RSZ-voorschotten

Deze verplichting geldt voor de buitenlandse werkgever die personeel tewerkstelt onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid. Iedere werkgever die meer dan 4.000 euro per kwartaal aan socialezekerheidsbijdragen betaalt aan de RSZ moet voorschotten op de bijdragen betalen. 

Maar de werkgevers uit de bouwsector die procentuele voorschotten betalen, moeten een forfaitair maandelijks voorschot van 700 euro per bijkomende arbeider vanaf de derde arbeider betalen, en dit bovenop de normale voorschotten en op dezelfde data. Het is dus belangrijk dit goed op te volgen.

Opgelet: de niet-betaling van de forfaitaire voorschotten in de bouwsector zijn sociale schulden in het kader van de inhoudingsplicht (meer info hierover vindt u hieronder).

Bewijs van ondernemingsvaardigheden

Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de buitenlandse bedrijven die tijdelijke en incidentiele activiteiten in België hebben en diegene die een "normale" activiteit hebben. 

In het eerste geval [4] dient de buitenlandse onderneming geen bewijs te leveren dat zij over de basiskennis bedrijfsbeheer beschikt noch dat zij over specifieke beroepskwalificaties beschikt (dit laatste bewijs wordt normaliter gevraagd wanneer het een gereglementeerd beroep betreft, hetgeen meestal het geval is in de bouwsector). 

In het tweede geval, wanneer de activiteiten in België geen tijdelijk of incidenteel karakter meer hebben, dienen deze bewijzen voorgelegd te worden aan de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie die vervolgens een attest van ondernemingsvaardigheden aflevert [5].

Specifieke verplichtingen voor de Belgische gebruiker in het kader van een onderaanneming

Aangifte van werken (30 bis)

Elke buitenlandse onderaannemer dient door de Belgische gebruiker gemeld te worden via de aangifte van werken. Dit gebeurt via de specifieke toepassing "aangifte van werken" die hiervoor voorzien is op de portaalsite van de sociale zekerheid. Voor meer informatie over deze aangifte, raadpleeg onze fiche "Aangifte van werken" [6].

Werken bedoeld in artikel 30 bis - Inhoudingsplicht en hoofdelijke aansprakelijkheid

Een opdrachtgever of aannemer die wil weten of hij een inhoudingsplicht heeft, moet nagaan of zijn medecontractant (aannemer of onderaannemer) sociale en/of fiscale schulden heeft op het moment dat de factuur betaald moet worden.  

Is dit het geval, dan is er een inhoudingsplicht en moet het bedrag dat ingehouden werd, doorgestort worden naar de RSZ/fiscus. De inhoudingen dienen immers om de sociale en fiscale schulden te betalen. De schuldenaar wordt daarover ingelicht door de RSZ of de belastingadministratie. 

Als de inhoudingen niet of niet correct gebeuren, worden de opdrachtgever en de aannemer hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van deze schulden. 

Het bestaan van schulden, zowel op sociaal als op fiscaal vlak, moet worden beoordeeld op het tijdstip van betaling van de factuur via een gegevensbank die toegankelijk is voor het publiek.

Op sociaal vlak kan de gegevensbank worden geraadpleegd via de portaalsite van de sociale zekerheid (www.socialsecurity.be), onlinedienst Artikel 30bis - Inhoudingsplicht.  

Voor de fiscale schulden kan u de database raadplegen op www.minfin.fgov.be via de rubriek "My Minfin" door rechts op "U hebt open toegang tot" te klikken.  De toegang tot de informatie gebeurt door codering van het ondernemingsnummer van de aannemer bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen.

Wenst u meer te weten over het mechanisme van de hoofdelijke aansprakelijkheid en de inhoudingsplicht, die trouwens ook in andere sectoren dan de bouwsector geldt, raadpleeg dan onze fiches over de hoofdelijke aansprakelijkheid.

Aanwezigheidsregistratie op de werf

In het kader van de strijd tegen de sociale fraude werd op 1 april 2014 een nieuwe verplichting in het leven geroepen. Het gaat om de elektronische aanwezigheidsregistratie op de werf. Deze verplichting is gekoppeld aan de verplichting tot aangifte van werken een de inhoudingsplicht in geval van sociale en fiscale schulden [7].

De verplichting tot aanwezigheidsregistratie geldt enkel voor grote werven waar werken in onroerende staat uitgevoerd worden voor een totaal bedrag, exclusief btw, van ten minste 500.000 euro. Opgelet echter! De verplichting geldt voor iedereen die op deze werf werken in onroerende staat komt uitvoeren [8] (dus ook voor de werknemers van eventuele onderaannemers die maar een klein deeltje van de werken komen uitvoeren). Elke persoon die aanwezig is op de werf, moet zich dagelijks registreren vooraleer hij het werk aanvat.

De modaliteiten betreffende de aanwezigheidsregistratie moeten contractueel vastgelegd worden, bij voorkeur in de onderaannemingsovereenkomst die de aannemer en zijn onderaannemer bindt [9].

Arbeidsvergunning en machtiging tot arbeid in het land van oorsprong van de werknemer

Indien buitenlandse werknemers in België tewerkgesteld worden door een in een lidstaat van de EER gevestigde onderneming die zich naar België begeeft voor het verrichten van diensten, dient deze onderneming geen arbeidsvergunning of gecombineerde vergunning aangevraagd te worden voor deze werknemers. De buitenlandse werknemers moeten dus ook niet in het bezit zijn van een arbeidskaart of gecombineerde vergunning.

Opgelet: om van deze vrijstelling te genieten, dienen een aantal voorwaarden vervuld te zijn. Eén van deze voorwaarden is dat de werknemers op wettige wijze in de lidstaat waar zij verblijven, tewerkgesteld zijn en dat deze vergunning minstens geldig is voor de duur van het in België uit te voeren werk. De overige voorwaarden kan u terugvinden bij onze informatie over de tewerkstelling van buitenlandse werknemers. 

Onthoud bovendien dat werkgevers die onderdanen van derde landen illegaal tewerkstellen, zware sancties riskeren.  

Limosa

De eindgebruiker (de opdrachtgever) bij wie een gedetacheerde werknemer rechtstreeks of via onderaanneming tewerkgesteld wordt, moet aan de werkgever van deze werknemer of diens lasthebber het ontvangstbewijs van de Limosa-melding vragen (Limosa-1). 

Kan de werkgever geen Limosa-1 voorleggen, dan dient de eindgebruiker (de opdrachtgever) zelf via elektronische weg, vóór het begin van de tewerkstelling, de identiteitsgegevens van deze werknemers aan de RSZ te melden. Na deze melding ontvangt hij dan een ontvangstbewijs.

Opgelet: de melding door de eindgebruiker (de opdrachtgever) stelt de werkgever van de gedetacheerde werknemer niet vrij  van zijn meldingsplicht [10].

Arbeidsvoorwaarden

Zoals in het algemeen overzicht reeds werd vermeld, dient de buitenlandse werkgever de Belgische arbeidsvoorwaarden van dwingend recht na te leven wanneer hij werknemers in België tewerkstelt (het feit dat deze werknemers niet in België aan de sociale zekerheid onderworpen zijn, doet hier geen afbreuk aan).

De minimumbarema's van de bouwsector dienen bijgevolg nageleefd te worden [11]. Dit geldt ook voor, bijvoorbeeld, de mobiliteitsvergoeding en de specifieke regels die gelden met betrekking tot de arbeidsduur in de bouwsector.

Loonaansprakelijkheid

De Belgische gebruiker die met een buitenlandse onderaannemer werkt, moet extra waakzaam zijn wanneer hem zeer lage prijzen geboden worden, die een heel pak lager liggen dan wat normaal is op de Belgische markt.

Wegens de talrijke misbruiken heeft de wetgever de strijd tegen deze fraude opgevoerd door verschillende  mechanismen van loonaansprakelijkheid in te voeren. 

Wenst u meer informatie over de specifieke arbeidsvoorwaarden die van toepassing zijn in de bouwsector, raadpleeg dan onze rubriek Sectoraal/Paritaire comités of contacteer uw Legal advisor.

Construbadge

Alle arbeiders van de bouwsector moeten een Construbadge dragen. Hoewel deze badge in de eerste plaats bedoeld is voor de visuele identificatie op de bouwplaats, wordt hij ook in het kader van de aanwezigheidsregistratie gebruikt.

Deze badge is ook verplicht voor de arbeiders die door een buitenlandse onderneming tewerkgesteld worden en voor wie een Limosa-aangifte moet gebeuren.

[1] Patronale Dienst voor organisatie en controle van de bestaanszekerheidszegels.

[2] De Duitse ondernemingen dienen hiervoor een formulier in bij het organisme ULLACH, dat de PDOK informeert over het bestaan van een gelijkwaardig voordeel in Duitsland.  De Luxemburgse werkgevers zijn vrijgesteld krachtens het arrest "Guiot" van het Europese Hof van Justitie.

[3] Bijvoorbeeld, de buitenlandse arbeidsovereenkomst.

[4] Deze regeling is bovendien enkel van toepassing op de ondernemingen uit de EER die aan een aantal voorwaarden voldoen, o.a. het feit dat zij legaal in een lidstaat moeten gevestigd zijn om er hetzelfde beroep uit te oefenen.

[5] Voor meer informatie hierover, contacteer ons erkend ondernemingsloket.

[6] De aangifte van werken betreft alle werken in onroerende staat.  Het zijn dus niet enkel de werken uitgevoerd door een bedrijf dat onder het PC nr.124 ressorteert die gemeld moeten worden aan de RSZ.  Daarenboven moeten ook bepaalde werken die een risico vormen voor de gezondheid of de veiligheid van de werknemers gemeld worden aan de RSZ.

[7] Raadpleeg onze fiche over de aanwezigheidsregistratie als u hierover meer informatie wenst.

[8] Deze verplichting geldt dus niet enkel voor de bouwsector.

[9] U kan uw Legal advisor om hulp vragen bij het opstellen van dit document.

[10] Voor meer informatie, raadpleeg onze fiche "Limosa".

[11] De Belgische gebruiker die met een buitenlandse onderaannemer samenwerkt, dient dus op te letten met lage prijzen die sterk onder de in België geldende marktvoorwaarden liggen.  Het naleven van deze barema's wordt door de inspectiediensten nagegaan aan de hand van de loonfiches van de betrokken werknemers.

Alle artikelen over Verplichtingen van de buitenlandse werkgever