Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen
Vrijwilligers

Kan een werkloze vrijwilliger zijn?

Ja, op voorwaarde dat de vrijwilliger dit vooraf schriftelijk aangeeft bij het werkloosheidsbureau.

Laatst bijgewerkt op 1 februari 2024

Principe

Een uitkeringsgerechtigde werkloze of een werkloze met bedrijfstoeslag of een halftijds bruggepensioneerde kan zijn werkloosheidsuitkeringen behouden als hij vrijwilligerswerk doet op voorwaarde dat hij dit vooraf schriftelijk aangeeft bij het werkloosheidsbureau.

Indien er binnen een termijn van 12 werkdagen na de ontvangst van de aangifte nog geen beslissing genomen werd, mag hij ervan uitgaan dat het werkloosheidsbureau ze aanvaard heeft [1].

De aangifte

De voorafgaandelijke aangifte vermeldt de identiteit van de werkloze en de organisatie, de aard, de duur, de frequentie en de plaats van de werkzaamheden en de materiële en/of financiële voordelen die aan de werkloze toegekend worden. De aangifte moet zowel door de werkloze als door de vrijwilligersorganisatie ondertekend worden.

Ze moet gebeuren via het formulier C45B dat beschikbaar is op de website van de RVA.

Het uitdrukkelijke of stilzwijgende akkoord van de RVA

Het akkoord van de directeur van het werkloosheidsbureau is geldig voor een onbepaalde duur, tenzij:

  • De activiteit, volgens de aangifte, maar voor een bepaalde duur uitgevoerd wordt. In dat geval is het akkoord enkel geldig voor die bepaalde periode
  • De directeur het nodig acht om, na afloop van een termijn van 12 maanden, na te gaan of de activiteit nog als vrijwilligerswerk beschouwd kan worden. In dat geval is het akkoord geldig voor 12 maanden. Indien de activiteit na deze 12 maanden nog voortgezet wordt, moet de werklozen een nieuwe aangifte indienen

Bij gebrek aan beslissing binnen de termijn van 12 werkdagen (zaterdag inbegrepen) die volgt op de ontvangst van een volledige en correcte aangifte, wordt de uitoefening van de vrijwilligersactiviteit met behoud van werkloosheidsuitkeringen geacht aanvaard te zijn. De twee uitzonderingen die hierboven besproken worden, gelden ook in geval van stilzwijgend akkoord.

De weigering van de RVA

De voorafgaandelijke aangifte kan geweigerd worden wanneer zij tegengesproken wordt door zware, precieze en gelijkluidende vermoedens.

De directeur van het werkloosheidsbureau kan de activiteit enkel verbieden of ze slechts binnen beperkte grenzen aanvaarden wanneer hij vaststelt dat zich een of meerdere van de volgende situaties voordoen:

  • De activiteit vertoont niet (meer) de kenmerken die door de wet voor het vrijwilligerswerk vastgelegd zijn
  • De activiteit vertoont, gezien de aard, het volume en de frequentie ervan en/of gezien het kader waarin ze wordt uitgeoefend, niet de kenmerken van een activiteit die, in het verenigingsleven, gewoonlijk door vrijwilligers uitgeoefend wordt
  • De beschikbaarheid van de werkloze voor de arbeidsmarkt wordt te veel beperkt (dit geldt uiteraard enkel indien de werkloze beschikbaar moet zijn voor de arbeidsmarkt)

Een eventuele beslissing die een verbod of een beperking oplegt, maar pas na deze termijn van 12 werkdagen genomen wordt, heeft slechts gevolgen voor de toekomst.

De algemene toestemming

Indien de RVA, op eigen initiatief of op vraag van een geïnteresseerde derde, op een algemene manier vaststelt dat:

  • De betrokken activiteiten aan de definitie van vrijwilligerswerk beantwoorden
  • De uitoefening van de activiteit de werkloze niet belet om beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt
  • En de materiële en/of financiële voordelen geen belemmering vormen voor de toekenning van de werkloosheidsuitkeringen

kan de directeur voorafgaandelijk een algemene toestemming geven voor de uitoefening van vrijwilligerswerk en een vrijstelling van de voorafgaandelijke aangifte verlenen.

De algemene aangifte moet gebeuren via het formulier C45F dat eveneens beschikbaar is op de website van de RVA.

[1] Artikel 45bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991.

Alle artikelen over Vrijwilligers