De regering heeft onlangs een voorontwerp van programmawet opgesteld, waarin maatregelen uit het regeerakkoord 2025-2029 worden uitgevoerd. Sommige daarvan gaan over de nettobestaansmiddelen van kinderen ten laste. Van zodra deze maatregelen worden gepubliceerd, brengen we je op de hoogte via Lex4You.
Welk belastingvoordeel voor kinderen ten laste?
Ouders met kinderen ten laste hebben recht op een vermindering van bedrijfsvoorheffing.
Het bedrag van die vermindering is afhankelijk van het aantal kinderen. Hoe meer kinderen ten laste, hoe groter de vermindering:
Aantal kinderen ten laste | Vermindering van bedrijfsvoorheffing (op jaarbasis) |
1 | 612 euro |
2 | 1.608 euro |
3 | 4.296 euro |
4 | 7.428 euro |
5 | 10.836 euro |
6 | 14.232 euro |
7 | 17.676 euro |
8 | 21.444 euro |
Meer dan 8 | 21.444 euro + 3.780 euro per kind ten laste boven het 8ste |
Is het kind ten laste gehandicapt? Dan wordt het als twee kinderen gerekend.
In de eindbelasting vertaalt het voordeel zich in een verhoging van de belastingvrije som. De toegepaste vermindering aan bedrijfsvoorheffing wordt met de eindbelasting verrekend.
Onder welke voorwaarden kan een student fiscaal ten laste blijven?
Jongeren met een studentenjob moeten aan drie voorwaarden voldoen om ten laste te blijven van hun ouders:
- Ze moeten deel uitmaken van het gezin van de ouders
- Ze mogen niet tewerkgesteld zijn bij de ouders in eigen naam
- Ze moeten beperkte inkomsten hebben
1. Deel uitmaken van het gezin van de ouders
De jobstudent moet op 1 januari van het aanslagjaar deel uitmaken van het gezin van de ouders. Voor het inkomstenjaar 2025 moet er dus nagegaan worden of de student op 1 januari 2026 deel uitmaakte van het gezin.
Deel uitmaken van het gezin betekent dat de jobstudent werkelijk en duurzaam met zijn ouders samenwoont. De naleving van deze voorwaarde wordt gecontroleerd op basis van de feitelijke elementen die specifiek zijn voor elke situatie.
Kan een student op kot fiscaal ten laste blijven?
Een kind dat tijdelijk niet in het gezin verblijft (bijv. omdat het tijdens de week op kot verblijft), kan soms toch nog fiscaal ten laste blijven. De beoordeling hangt af van verschillende criteria, maar wat zeker een rol speelt is of de ouders regelmatig hebben bijgedragen in de kosten van voeding, kledij, gezondheidszorgen…
2. Niet tewerkgesteld zijn bij de ouders in eigen naam
Studenten kunnen niet meer ten laste zijn wanneer zij bij hun ouders worden tewerkgesteld en van hen een loon krijgen dat voor de ouders een beroepskost is.
Om redenen van gelijke behandeling wil de regering deze regel nu aanscherpen door ze uit te breiden tot beroepsinkomsten in het algemeen. Deze maatregel is echter nog niet officieel.
Meer info: 'Kinderen ten laste: nieuwe fiscale maatregelen in het vooruitzicht'
Voorbeeld: Peter
Peter is loodgieter en heeft een eenmanszaak (zelfstandige natuurlijke persoon). Tijdens de zomervakantie wenst hij zijn zoon Mathias aan te werven. Het loon dat Peter aan Mathias zal betalen, zal voor Peter een beroepskost vormen aangezien hij een eenmanszaak heeft. Mathias zal bijgevolg niet meer ten laste kunnen zijn.
De situatie is anders wanneer Peter een vennootschap zou hebben, want dan neemt de vennootschap Mathias in dienst. De vennootschap (en niet Peter) neemt dan het loon ten laste, waardoor Mathias ten laste kan blijven van zijn vader.
3. Beperkte inkomsten hebben
Het maximumbedrag van de inkomsten dat een kind mag verdienen om fiscaal ten laste te blijven van de ouders zou verhogen voor 2025 (aanslagjaar 2026).
In de huidige regeling werd het maximale basisbedrag van de nettobestaansmiddelen vastgesteld op 4.100 euro voor 2025 (aanslagjaar 2026) Bovendien is dit maximumbedrag verschillend naargelang van de gezinssituatie van de student. Zo bedraagt het voor kinderen ten laste van een als alleenstaande belaste belastingplichtige 5.930 euro en kan het oplopen tot 7.520 euro als deze kinderen een handicap hebben.
Het voorontwerp van programmawet wil de bovengrens van de nettobestaansmiddelen vanaf 1 januari optrekken tot 12.000 euro (basisbedrag van 5.265 euro dat werd geïndexeerd voor aanslagjaar 2026).
Bovendien zou deze bovengrens nu dezelfde zijn voor alle kinderen, ongeacht de burgerlijke staat van de ouder van wie ze ten laste (alleenstaand, gehuwd of wettelijk samenwonend).
Concreet betekent dit dat de nettobestaansmiddelen van jobstudenten niet meer zullen mogen bedragen dan 12.000 euro (bedrag inkomstenjaar 2025) om ten laste te blijven van hun ouders.
Meer info: 'Kinderen ten laste: nieuwe fiscale maatregelen in het vooruitzicht'
Wat zijn de netto bestaansmiddelen?
De bestaansmiddelen van een student zijn alle regelmatige en occasionele inkomsten die al dan niet belastbaar zijn.
Voorbeelden hiervan zijn lonen, inkomsten van onroerende goederen, vakantiegeld, gewaarborgd inkomen…
Een aantal inkomsten zijn echter uitgesloten.
Van bruto naar netto
Het maximumbedrag van de bestaansmiddelen dat gerespecteerd moet worden, is een nettobedrag.
Via volgende stappen kunt u de bruto- netto berekening doen:
- Tel het brutobedrag aan bestaansmiddelen dat u als jobstudent (studentenarbeid of student- zelfstandige) verdiende op en verminder dit bedrag met de sociale bijdragen. Op die manier verkrijgt u het belastbaar bedrag aan bestaansmiddelen.
- De eerste schijf van dit belastbaar bedrag van uw studentenarbeid is vrijgesteld van belasting. U mag die schijf van 1.500 euro (niet-geïndexeerd) dus aftrekken. Dit bedrag zou bovendien verdubbelen voor 2025. Het voorontwerp van programmawet voorziet namelijk in een verhoging van deze bovengrens tot 6.840 euro (basisbedrag van 3.000 euro geïndexeerd voor het aanslagjaar 2026) vanaf 1 januari 2025.
- Bereken uw overig bruto inkomen dat u verdiende langs een andere weg dan via een studentencontract. Verminder dat bedrag met de sociale bijdragen.
- Tel het resultaat van punt 2 en 3 samen. Zo verkrijgt u het totaal belastbaar inkomen.
- Op dat totaal belastbaar bedrag mag u een kostenforfait van 20% toepassen, met een minimumbedrag van 570 euro (bedrag inkomstenjaar 2025). U mag echter ook altijd uw hogere werkelijke kosten bewijzen.
- De uitkomst van die som zijn uw netto bestaansmiddelen.
Een voorbeeld
Maxima is student en verdient in het weekend een centje bij als barbediende in een café met een studentenovereenkomst. Op jaarbasis levert haar dit een belastbaar loon op van 8.000 euro (d.w.z. na aftrek van de sociale bijdragen).
Daarnaast werkt zij in juli als helper in de bouw met een gewone arbeidsovereenkomst. Hiervoor krijgt ze een belastbaar loon van 1.600 euro (d.w.z. na aftrek van de sociale bijdragen).
Kan Maxima ten laste blijven van haar ouders? Om dat te weten, berekenen we hierna haar netto bestaansmiddelen berekenen. Maxima kiest voor het kostenforfait en niet voor het bewijs van haar werkelijke onkosten.
A. Belastbaar loon studentencontract (horeca) |
8.000 EUR |
Vrijstelling van de eerste schijf van de inkomsten op basis van de studentenovereenkomst |
- 6.480 EUR* |
Resultaat belastbaar loon studentenovereenkomst |
1.160 EUR |
B. Belastbaar loon arbeidsovereenkomst (bouw) |
1.600 EUR |
Totaal belastbaar loon A + B |
2.760 EUR (1.160 + 1.600) |
Kostenforfait van 20% (met minimaal aftrekbare kosten 570 euro) |
- 570 EUR |
TOTAAL AAN NETTO BESTAANSMIDDELEN |
2.190 EUR |
*Belangrijk: de bedragen in het bovenstaande voorbeeld zijn nog niet officieel. Ze zijn opgenomen in het regeerakkoord, maar moeten nog in wetsteksten worden gegoten.
Conclusie: met een totaal aan nettobestaansmiddelen van 2.190 euro kan Maxima fiscaal ten laste blijven van haar ouders. De algemene bovengrens is namelijk momenteel vastgesteld op 4.100 euro.
Het voorontwerp van programmawet voorziet vanaf 1 januari 2025 bovendien in een verhoging van deze bovengrens tot 12.000 euro voor alle kinderen, ongeacht hun gezinssituatie.
Meer info: Kinderen ten laste: nieuwe fiscale maatregelen in het vooruitzicht
Moet de student een belastingaangifte indienen?
Ja, studenten moeten altijd een belastingaangifte doen, ook al hebben zij niets verdiend of hebben zij slechts beperkte inkomsten.
In die aangifte moeten alle belastbare inkomsten vermeld worden, ook het deel van de onderhoudsuitkeringen en de bezoldigingen dat niet als bestaansmiddelen wordt beschouwd (en waarmee dus geen rekening wordt gehouden om te bepalen of de student nog ten laste is van zijn of haar ouders).
Bronnen
- Verschillende persberichten van de federale regering over het Paasakkoord.
- Regeerakkoord 2025-2029.pdf
- Voorontwerp van programmawet | News.belgium