‘Algemene' risicoanalyse
De werkgever moet de situaties identificeren die aanleiding kunnen geven tot psychosociale risico's op het werk. Hij houdt inzonderheid rekening met situaties die aanleiding kunnen geven tot:
- stress of burn-out veroorzaakt door het werk;
- of tot schade aan de gezondheid die voortvloeit uit conflicten verbonden aan het werk;
- of uit situaties van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk.
Hij bepaalt en evalueert de psychosociale risico's op het werk rekening houdend met de gevaren verbonden aan de elementen van:
- De arbeidsorganisatie : de taakverdeling, de managementstijl,…;
- De arbeidsinhoud : de complexiteit en de variatie van de taken, de psychische belasting, de lichamelijke belasting;
- De arbeidsvoorwaarden : het werkrooster, de opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden, de evaluatieprocedures;
- De arbeidsomstandigheden : de werkomgeving, de arbeidsmiddelen;
- En de interpersoonlijke relaties op het werk : de interne relaties maar ook de relaties met derden.
De risicoanalyse van de psychosociale risico's wordt uitgevoerd door de werkgever met medewerking van de werknemers. De werkgever betrekt er de preventieadviseur psychosociale aspecten bij wanneer deze deel uitmaakt van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. Bij ontstentenis betrekt hij er de preventieadviseur psychosociale aspecten van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk bij, wanneer de complexiteit van de analyse het vereist.
‘Algemene' preventiemaatregelen
De werkgever neemt, voor zover hij een impact heeft op het gevaar, de passende preventiemaatregelen om de psychosociale risico's op het werk te voorkomen, met toepassing van de algemene preventiebeginselen. Deze maatregelen hebben ook tot doel om schade te voorkomen of te beperken.
Als de werkgever geen maatregelen treft, kan zijn aansprakelijkheid alleen worden ingeroepen voor zover hij de macht had om het gevaar en de risicofactoren tegen te gaan.
Als de preventieadviseur psychosociale risico's bij de analyse werd betrokken, vraagt de werkgever zijn advies vooraleer hij die maatregelen treft.
De werkgever moet in het kader van zijn preventiebeleid procedures invoeren die rechtstreeks toegankelijk zijn voor de werknemer die zich het slachtoffer acht van een psychosociaal risico.
Evaluatie
Die preventiemaatregelen worden opnieuw onderzocht door de werkgever:
- Bij elke wijziging die de blootstelling van werknemers aan psychosociale risico's op het werk kan beïnvloeden;
- En ten minste één keer per jaar.
De werkgever betrekt de preventieadviseur psychosociale aspecten bij deze evaluatie wanneer deze deel uitmaakt van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. Bij ontstentenis betrekt hij er de preventieadviseur psychosociale aspecten van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk bij, wanneer de complexiteit van de evaluatie het vereist.
Deze evaluatie houdt inzonderheid rekening met de volgende elementen:
- Het geheel van de verzoeken tot risicoanalyse van een specifieke arbeidssituatie waarvan hierna sprake is;
- Het geheel van de verzoeken tot formele psychosociale interventie;
- De door de arbeidsgeneesheer meegedeelde elementen;
- De conclusies getrokken uit incidenten van psychosociale aard die zich bij herhaling hebben voorgedaan en waarvoor een informele psychosociale interventie heeft plaatsgevonden;
- De feiten ingeschreven in het register van feiten van derden waarvan hierna sprake is;
- De cijfermatige gegevens die zijn opgenomen in het jaarverslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk.
De preventieadviseur psychosociale aspecten trekt conclusies uit incidenten van psychosociale aard die zich bij herhaling hebben voorgedaan en waarvoor een informele psychosociale interventie heeft plaatsgevonden door hemzelf of door de vertrouwenspersoon en deelt deze minstens eenmaal per jaar in collectieve en anonieme vorm mee aan de werkgever.