Principe
Dit zijn de arbeidsplaatsen (ruimer dan een werf) waar werken voor een totaal bedrag, exclusief btw, van minstens 500.000 euro [1] [2] uitgevoerd worden. Dat bedrag kan tijdens de werken overschreden worden.
De werken in kwestie zijn werken in onroerende staat [3]. Meer bepaald gaat het om activiteiten bedoeld in artikel 20, §2 van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde die hier (zie bijlagen) opgesomd worden.
Sinds 1 april 2019 werd het toepassingsgebied van artikel 30bis uitgebreid tot de levering van stortklaar beton. Andere activiteiten, in de “groene” sectoren, werden dan weer uitgesloten uit het toepassingsgebied van artikel 30bis. Zo zijn bepaalde specifieke activiteiten in de land- tuin- en bosbouw vanaf nu uitgesloten (oogst van salade, appelpluk, transport van meststoffen,…).
Het toepassingsgebied van de maatregel beperkt zich dus niet louter tot de bouwsector. Maar de activiteiten die risico’s voor de gezondheid en de veiligheid van de werknemers inhouden waarvoor een aangifte van werken verricht moet worden, vallen hier niet onder.
[1] Om dat bedrag te bepalen, moet men alle contracten met een opdrachtgever voor werken van dezelfde aard optellen.
[2] Voorheen bedroeg deze drempel 800.000 euro. De drempel van 500.000 euro moeten toegepast worden op de werken die vanaf 1 maart 2016 werden opgestart.
[3] Dat begrip is ruimer dan dat van "tijdelijke en mobiele bouwplaatsen".