Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen
De belastbaarheid van het voordeel van alle aard

Vanaf welk ogenblik wordt een voordeel belastbaar?

De fiscale wet bepaalt dat de bedrijfsvoorheffing opeisbaar is uit hoofde van het betalen of toekennen van belastbare bezoldigingen.

Laatst bijgewerkt op 10 maart 2022

De fiscale wet bepaalt dat de bedrijfsvoorheffing opeisbaar is uit hoofde van het betalen of toekennen van belastbare bezoldigingen [1]. Vanaf dat moment en ongeacht de vorm van toekenning wordt het voordeel belastbaar.

Dit betekent concreet dat wanneer een voordeel van alle aard maandelijks toegekend wordt (lees samen met de normale bezoldiging), de bedrijfsvoorheffing op dit voordeel per maand dient berekend te worden. [2]

Praktijken waarbij maandelijks toegekende voordelen van alle aard (bv. bedrijfswagens) en de bedrijfsvoorheffing hierop slechts éénmaal per jaar berekend worden, zijn niet toegestaan [3]. De bedrijfsvoorheffing op voordelen van alle aard die anders dan per maand worden toegekend (bv. éénmaal per jaar), is dus opeisbaar in functie van de frequentie van de toekenning van deze voordelen.

Zie in dit verband eveneens: “Hoeveel bedrijfsvoorheffing moet berekend worden op het voordeel van alle aard?"

Het loonvoordeel wordt ofwel betaald ofwel toegekend: gevolg van dat onderscheid

De betaling moet in haar gebruikelijke betekenis opgevat worden, zoals de handeling van het betalen zelf of de som die gegeven wordt om een schuld af te lossen. De bepaling van het tijdstip van de betaling stelt geen noemenswaardige problemen.

De toekenning wordt niet gedefinieerd in het fiscaal wetboek. Bij gebreke van een specifieke definitie moet men naar haar gebruikelijke betekenis teruggrijpen. Het woordenboek definieert het werkwoord toekennen als: "het verlenen (aan iem.), bv. op grond van zekere aanspraken" (Van Dale).

De fiscus oordeelt dat er pas sprake kan zijn van toekenning wanneer de verkrijger effectief over de inkomsten kan beschikken. De inkomsten moeten met andere woorden onmiddellijk geïnd kunnen worden [4].

De rechtspraak oordeelt dat de toekenning van inkomsten neerkomt op de terbeschikkingstelling zonder dat er een werkelijke betaling in geld in handen van de verkrijger moet plaatsvinden. Deze terbeschikkingstelling moet reëel en effectief zijn zodat de verkrijger de bedoelde inkomsten onmiddellijk kan innen (bij een bank, postkantoor, …) [5].

Voorbeeld

Wanneer een werknemer een bonus in de vorm van een cheque ontvangt die hem door zijn werkgever overhandigd wordt, wordt zijn loon in het fiscaal recht beschouwd als zijnde toegekend op het tijdstip van de overhandiging van de cheque. Het is dus niet het tijdstip waarop hij die cheque aan het loket van een bank int of op zijn rekening zet die de verkrijging van het loonvoordeel bepaalt.

Het loon wordt dus geacht te zijn toegekend en wordt belastbaar op de datum van de overhandiging van de cheque. Dat betekent dat het verlies of de diefstal van de cheque, nadat hij overhandigd maar voor hij verzilverd werd, daar niets aan zal veranderen!

Het onderscheid is van doorslaggevend belang, omdat op de datum van de betaling of toekenning het voordeel belastbaar en de bedrijfsvoorheffing opeisbaar wordt.

[1] Art. 273, 1° van het WIB 92.

[2] Dit principe doet geen afbreuk aan de regel dat de bedrijfsvoorheffing in bepaalde gevallen (wanneer ze minder bedroeg dan 25.000 euro (basisbedrag) op de inkomsten van het vorige jaar) slechts betaalbaar is binnen 15 dagen na het verstrijken van ieder trimester waarin de inkomsten zijn betaald of toegekend. Dit in tegenstelling tot de algemene regel dat de bedrijfsvoorheffing betaalbaar is binnen de vijftien dagen na het verstrijken van de maand waarin de inkomsten werden betaald of toegekend.

[3] Deze werkwijze komt in de praktijk vaak voor bij bedrijfsleiders. Nochtans staan hierop zware sancties zoals de betaling van nalatigheidsinteresten, administratieve geldboeten en de herkwalificatie van de niet-ingehouden bedrijfsvoorheffing op maandbasis als een voordeel van alle aard.

[4] Com. IB. nr. 273/2, III. Toekenning van de inkomsten.

[5] Verwijzingen aangehaald in de Com. IB. nr. 273/2 zie supra.

Alle artikelen over De belastbaarheid van het voordeel van alle aard