Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen
Structurele vermindering van de werkgeversbijdragen

De berekening van het theoretisch verminderingsbedrag

Dit is de formule om het theoretisch verminderingsbedrag van de structurele vermindering te berekenen.

Laatst bijgewerkt op 27 maart 2024

De formule

R = F + a x (SO – S) + γ x (S2 – S)+ d x (W - S1)

Naast het loon van de werknemer, hangt het theoretisch bedrag van de structurele vermindering af van drie bedragen:

  • Een forfaitair basisbedrag (F). Sinds 1 januari 2018 geldt dit forfait enkel nog voor de werknemers van categorie 2 en 3bis. Voor categorie 1 en 3 werd het tot 0 herleid
  • Een supplement voor de lage en middenlonen (SO). Het supplement vermindert naarmate het refertekwartaalloon (S) [1] het loonplafond nadert. Voor de berekening wordt de coëfficiënt (a) gebruikt. Het resultaat van de berekening (SO - S) mag niet lager dan 0 zijn
  • Een supplement voor de hogere lonen (S1). Het supplement vermindert naarmate het effectieve kwartaalloon (W) [2] van de werknemer het loonplafond nadert. Voor de berekening wordt de coëfficiënt (d) Het resultaat van de berekening (W - S1) mag nooit lager dan 0 zijn. Dit supplement wordt sinds 1 januari 2018 enkel nog voor categorie 2 gebruikt
  • Sinds het 2de kwartaal 2022 werd een zeerlagelonencomponent ingevoerd voor lonen kleiner dan de loongrens S2, die op dezelfde manier geïndexeerd wordt als S0 en S1

Al deze parameters verschillen van categorie tot categorie.

Raadpleeg de RSZ-Instructies voor de laatste aanpassingen.

Opmerking: zoals u kan zien, zijn zowel in categorie 1 als categorie 3 het forfaitair basisbedrag als het supplement voor de hoge lonen op 0 gebracht. Hierdoor wordt er in deze categorieën enkel nog een vermindering toegekend aan werknemers met een laag- of middenloon.

[1] Het refertekwartaalloon (S) is het loon dat de werknemer in het kwartaal verdiend heeft wanneer hij volledige kwartaalprestaties verricht heeft.  Indien hij deeltijds werkt en / of onvolledige prestaties verricht heeft, wordt op basis van het reële kwartaalloon een hypothetisch refertekwartaalloon berekend, alsof hij volledige voltijdse kwartaalprestaties geleverd zou hebben.

[2] Het effectieve kwartaalloon (W) is het loon dat de werknemer effectief verdiend heeft op basis van zijn reële kwartaalprestaties. Voor werknemers voor wie een eindejaarspremie betaald wordt door een derde (bv. een fonds voor  bestaanszekerheid), wordt het kwartaalloon (W) voor het 4de kwartaal verhoogd met 25%. In afwijking daarvan bedraagt de verhoging slechts 15% voor de erkende uitzendkantoren en dit tijdens het 1ste kwartaal. Na deze verhoging wordt W afgerond tot op de hogere eurocent waarbij 0,005 euro wordt afgerond naar 0,01 euro.

Alle artikelen over Structurele vermindering van de werkgeversbijdragen