Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen

Nieuw in de artistieke sector: kunstenaars worden kunstwerkers

Vanaf 1 januari 2024 geldt een nieuwe regelgeving inzake het statuut, de vergoedingen en de registratie van “kunstwerkers”. Hiermee worden niet alleen kunstenaars zelf bedoeld maar ook het artistiek ondersteunend en artistiek technisch personeel. Ook de vroegere regeling inzake de “kleine vergoedingen” wordt hervormd.

28 december 2023
Deze pagina is bijgewerkt naar aanleiding van KB 31/01/2024.

Wat is een kunstwerker?

Een kunstwerker is een persoon die activiteiten uitoefent in de kunsten. Dit kunnen zowel artistieke, artistiek-technische als artistiek-ondersteunende activiteiten zijn.

Merk op dat deze algemene definitie zowel de uitvoerders van artistieke prestaties omvat (de eigenlijke kunstenaar) als de personen die ondersteunende (vb. producer, curator, concertdirecteur) of technische taken (vb.: geluids- en lichttechnicus...) uitvoeren in de sector.

Welk statuut heeft de kunstwerker?

Een kunstwerker kan zowel als werknemer tewerkgesteld zijn als via een zelfstandig statuut werken.

Als werknemer kan dit via een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd, van bepaalde tijd of voor een welomschreven werk. De tewerkstelling kan zowel voltijds als deeltijds zijn.  Dit alles wordt in de gewone arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer geregeld.

Daarnaast is er specifiek voor de kunstwerkers nog een extra statuut voor zij die werken voor derden via “het kunstwerkattest”.

Dit specifiek statuut is bedoeld voor kunstwerkers die noch zelfstandig zijn noch via een arbeidsovereenkomst werken. Zij krijgen vaak verschillende tijdelijke of specifieke “losse” opdrachten van één of meerdere opdrachtgevers zonder dat er sprake is van een gezagsverhouding.

De opdrachtgever die beroep doet om een kunstwerker in het bezit van een kunstwerkattest zal gelijkgesteld worden met een werkgever betreffende de sociaalrechtelijke en fiscaalrechtelijke verplichtingen. Dit evenwel zonder dat hij een werkgever is in de zin van de Wet op de arbeidsovereenkomsten.

Naast de professionele kunstwerkers zijn er ook heel wat amateurs in de artistieke sector. Zij hebben een eigen vergoedingssysteem, de kunstwerkvergoeding (vroegere kleine vergoedingsregeling) die verder wordt besproken.

Naargelang van het statuut van de kunstwerker zijn er specifieke sociale rechten en verplichtingen. In dit artikel bespreken we specifiek de categorie van kunstwerkers die met een kunstwerkattest worden tewerkgesteld.  

Hoe erkend worden als kunstwerker?

De erkenning wordt verleend door de kunstwerkcommissie, paritair samengesteld uit vertegenwoordigers uit de sector en vertegenwoordigers enerzijds en vertegenwoordigers van de sociale partners aangevuld met experten sociale zekerheid anderzijds.

Zij leveren het kunstwerkattest (KWA) af en kunnen het ook intrekken. Het attest is vijf jaar geldig. De erkenning is niet verplicht maar verleent aan de houder van het attest het statuut van werknemer voor prestaties die worden geleverd voor een opdrachtgever en waar niet alle elementen van een arbeidsovereenkomst (met name de gezagsverhouding) aanwezig zijn. De opdrachtgever wordt dan aanzien als werkgever.

De commissie levert een KWA af indien de aanvrager/natuurlijke persoon artistieke activiteiten in de kunsten kan aantonen die samen kunnen beschouwd worden als een professionele artistieke praktijk.

Wat zijn artistieke activiteiten in de kunsten?

Het betreft prestaties van artistieke, artistiek- of technisch ondersteunende aard binnen de audiovisuele en beeldende kunsten, de muziek, de literatuur, het spektakel, het theater, de choreografie en het stripverhaal.

Wanneer zijn deze artistieke activiteiten een professionele praktijk?

Om het professioneel karakter van de artistieke praktijk in de kunsten te beoordelen wordt rekening gehouden de aan deze activiteiten verbonden:

  • Beroepsinkomsten
  • Tijdsinvestering

Er zal sprake zijn van een professioneel karakter indien de aanvrager aantoont dat beide criteria volstaan om in een deel van het eigen levensonderhoud te voorzien. Dit bespreken we in de volgende titel.

Professionele artistieke praktijk

Om als professionele artistieke praktijk in de kunsten te worden aanzien komen zowel kernactiviteiten als randactiviteiten in aanmerking.

Wat zijn kernactiviteiten?

  • Alle artistieke, artistiek ondersteunende en artistiek technische activiteiten waarvoor een beroepsinkomen werd ontvangen alsook artistiek werk of uitvoering waarvoor de aanvrager auteursrechten of naburige rechten heeft ontvangen
  • Artistiek werk dat de aanvrager zelf heeft gemaakt of uitgevoerd en waarvoor auteursrechten of naburige rechten werden ontvangen
  • Artistieke activiteiten waarvoor prijzengeld werd ontvangen als beroepsinkomen

Wat verstaat men onder randactiviteiten?

  • Vergoedingen, ongeacht de vorm en de benaming, die niet als beroepsinkomsten worden beschouwd (maar wel bijvoorbeeld als diverse inkomsten)
  • De gevolgde en gegeven opleidingen en vormingen in de kunstdomeinen
  • De deelname aan de Kunstwerkcommissie of cultuurcommissie
  • Onzichtbaar werk dat bewezen kan worden zoals het voorbereiden en uitwerken van kunstprojecten, conceptueel werk en productiewerk, het zoeken naar financiering voor kunstprojecten of naar werk in de kunstendomeinen, het onderhouden en uitbouwen van vaardigheden in deze domeinen, de deelname aan tentoonstellingen die niet vergoed worden en de promotie van een artistiek oeuvre.
  • Het prijzengeld dat niet wordt toegekend als bezoldiging van artistieke activiteiten

Kan evenwel nooit aanzien worden als een bewijs van professionele artistieke praktijk in de kunsten, een aanvraag die:

  • Geen inkomsten boven de 1.000 euro bruto kan aantonen in kernactiviteiten gedurende een periode van twee jaar voorafgaand aan de aanvraag
  • Inkomsten tussen de 1.000 en 65.400 euro bruto aan kernactiviteiten kan aantonen gedurende een periode van vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag en waarvan de aanvrager het niet aannemelijk kan maken dat ofwel:
    • Deze inkomsten voortvloeien uit kern- en randactiviteiten samen en dat deze in een deel van het eigen levensonderhoud kunnen voorzien
    • Dat deze activiteiten samen een aanzienlijk deel van de professionele tijdsinvestering uitmaken

Levert daarentegen steeds het bewijs van professionele artistieke praktijk in de kunsten, een aanvraag die in de periode van vijf jaar voorafgaand aan deze aanvraag een inkomen van meer dan 65.400 euro bruto kan aantonen uit kernactiviteiten.

Drie types kunstwerkattesten

Kunstwerkattest “plus”

Een kunstwerkattest "plus", dat desgevallend recht geeft op een kunstwerkuitkering (werkloosheidsuitkering), wordt afgeleverd aan de aanvrager die het bewijs levert, zoals hierboven uiteengezet, van een professionele artistieke praktijk in de kunsten en die inkomsten aan kernactiviteiten kan aantonen die deze bedragen overschrijden:

Voor de aanvraag van het eerste kunstwerkattest

  • 13.546 euro bruto gedurende de periode van vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag of 
  • 5.418 euro bruto gedurende de periode van twee jaar voorafgaand aan de aanvraag

Voor de aanvraag van elk daaropvolgend kunstwerkattest

  • 4.515 euro bruto gedurende de periode van vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag of
  • 2.709 euro bruto gedurende de periode van drie jaar voorafgaand aan de aanvraag

Voor deze bedragen wordt geen rekening gehouden met periodes waar de aanvrager niet in staat was activiteiten uit te voeren (vb. ziekte).

Gewone kunstwerkattest

Indien de aanvrager wel een professionele artistieke praktijk in de kunsten kan aantonen maar zijn inkomsten beantwoorden niet aan de voorwaarden voor een attest plus, zal hij een gewoon kunstwerkattest ontvangen. Dit geeft geen recht op een kunstwerkuitkering (werkloosheidsuitkering), maar verleent wel sociale rechten in de andere domeinen van de sociale zekerheid.

Kunstwerkattest “starter”

De kunstwerker die pas start en niet aan de voorwaarden inzake beroepsinkomen en tijdsinvestering kan voldoen, kan éénmalig een kunstwerkattest "starter" bekomen. Dit is slechts drie jaar geldig en kan bekomen worden op voorwaarde dat de aanvrager:

  • Een diploma bezit van het hoger voltijds kunstonderwijs of een relevante opleiding heeft genoten of een relevante beroepservaring heeft binnen de sector
  • Een bewijs levert dat er een vorming werd gevolgd inzake de opmaak van een loopbaan-, financieel of ondernemingsplan of een dergelijk plan reeds zelf heeft uitgewerkt om gedurende drie jaar een professionele praktijk in de kunsten uit te bouwen
  • Het bewijs levert dat er in de drie jaar voorafgaand aan de aanvraag minstens vijf prestaties werden uitgevoerd ofwel dat er 300 euro bruto-inkomsten werden verworven via artistieke activiteiten

Behoudens de geldigheidsduur is een kunstwerkattest starter gelijkwaardig aan een kunstwerkattest plus.

Welke sociale rechten verleent het kunstwerkattest?

Om onder het regime van het KWA-prestaties te leveren en sociale rechten op te bouwen, dienen volgende voorwaarden vervuld te worden:

  • Het betreft een natuurlijke persoon die opdrachten wenst te verlenen voor een opdrachtgever buiten het statuut van zelfstandige of werknemer. 
  • Die artistieke bijdragen levert aan artistieke creaties of uitvoeringen
  • De bijdrage is noodzakelijk in die zin dat hetzelfde resultaat niet zou kunnen bereikt zonder deze bijdrage
  • De prestaties worden niet geleverd ter gelegenheid van gebeurtenissen in familiekring.

De houder van een KWA geniet sociale rechten zoals een werknemer/bediende en dit voor volgende sectoren: ziekte en invaliditeit, werkloosheid (enkel voor KWA plus), pensioen, kinderbijslag, arbeidsongevallen en beroepsziekten. Het vakantiegeld wordt echter uitbetaald door de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (normaal enkel bevoegd voor arbeiders).

De opdrachtgever, die in dit kader wordt aanzien als werkgever, heeft bovendien de verplichting om een vergoeding te voorzien die gelijk of hoger is dan het loon waarop een werknemer voor eenzelfde functie bij dezelfde opdrachtgever recht zou hebben. Dit moet minstens gelijk zijn aan het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GMMI).

Hoe een kunstwerkattest aanvragen?

De aanvragen voor Kunstwerkattest kunnen enkel elektronisch ingediend worden via het platform Working in the Arts

De personen, die voorafgaand aan de inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving onder het toepassingsgebied van de wetgeving op de werkloosheidsuitkeringen vielen, ontvangen automatisch een kunstwerkattest plus dat vijf jaar geldig.

De personen die onder de oude regeling een “kunstenaarsvisum” ontvingen zullen automatisch een gewoon kunstwerkattest ontvangen met dezelfde vervaldatum als dit visum en met een minimale geldigheidsduur van twee jaar.

Beiden zullen ook automatisch geregistreerd worden op het digitaal platform van de RSZ zodat zij desgevallend ook beroep kunnen doen op de amateurkunstenvergoeding (zie verder).

De vroeger uitgereikte “zelfstandigheidsverklaringen” vervallen op de voorziene vervaldatum en kunnen niet vernieuwd worden. Dit systeem wordt afgeschaft en de nieuwe kunstwerkencommissie zal deze dan ook niet langer kunnen uitreiken.

De amateurkunstenvergoeding (AKV) voor de amateur-kunstenaar

De amateurkunstenvergoeding (AKV), een vrijgestelde kostenvergoeding kan enkel worden toegekend aan personen die zelf artistieke prestaties leveren en niet aan zij die artistiek -technische of ondersteunende taken uitvoeren. Niet alle kunstwerkers kunnen dus gebruik maken van deze regeling.

Daar op deze amateurkunstenvergoeding geen bijdragen betaald worden, worden er uiteraard ook geen sociale rechten mee opgebouwd.

Het spreekt voor zich dat het niet vereist is om een KWA (voor professionelen) te bezitten om gebruik te maken van deze regeling. Deze vergoedingen kunnen evenwel ook toegekend worden aan professionelen in loondienst (voor andere prestaties dan diegene opgenomen in de arbeidsovereenkomst) of voor uitvoerders die werken via een KWA en ook aan zelfstandigen.

Voorwaarden op sociaal vlak

Om de ontvangen vergoedingen als een terugbetaling van forfaitaire kosten te kunnen aanzien, moeten de volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn:

  • De vergoedingen worden toegekend aan de uitvoerders voor het leveren van de artistieke activiteiten, met uitsluiting van de artistiek-technische en de artistiek-ondersteunende activiteiten.
  • De onkostenvergoeding bedraagt maximaal 70 euro per dag (niet geïndexeerd bedrag). Het geïndexeerd maximumbedrag voor 2024 bedraagt 77,22 euro/dag.
  • Daarboven mogen tevens de aantoonbare verplaatsingskosten worden terugbetaald aan de uitvoerder met een maximum van 20 euro per dag (niet geïndexeerd). Het geïndexeerd bedrag voor 2024 is 22,06 euro/dag. Voor de eigen wagen en de fietsvergoeding kan dit forfaitair per kilometer bepaald worden conform hetgeen voor de federale ambtenaren is voorzien.
  • De uitvoerder doet gedurende maximum 30 kalenderdagen per jaar een beroep op deze regeling
  • De uitvoerder maakt er maximum 7 opeenvolgende dagen gebruik van bij dezelfde werkgever
  • De vergoeding mag in principe niet gecombineerd worden voor dezelfde opdracht met een vrijwilligersvergoeding

Indien de uitvoerder op éénzelfde dag bij meerdere opdrachtgevers artistieke activiteiten uitvoert:  

  • Mag de onkostenvergoeding maximaal 70 euro (77,22 euro geïndexeerd) per opdrachtgever bedragen. De vergoeding mag evenmin hoger zijn dan 70 euro (77,22 euro geïndexeerd) vermenigvuldigd met het aantal opdrachtgevers die op die dag een beroep op hem deden.
  • Mag de verplaatsingsvergoeding maximaal 20 euro (22,06 euro geïndexeerd) vermenigvuldigd met het aantal opdrachtgevers bedragen zonder dat één opdrachtgever meer mag toekennen dan 20 euro (22,06 euro geïndexeerd)  per dag.

De aangifte bij de RSZ

Verder moeten zowel de uitvoerder als de opdrachtgever alsook de uit te voeren artistieke activiteit voorafgaand aan elke artistieke prestatie in het kader van de AKV worden geregistreerd op het digitaal platform van de RSZ. Dit wordt specifiek ontwikkeld voor het toekennen van de amateurkunstenvergoeding.

De effectief uitgeoefende artistieke activiteit moet volledig overeenkomen met het soort activiteit dat je als opdrachtgever op dit digitaal platform van de RSZ hebt ingegeven.  Een Dimona-aangifte is evenwel niet nodig.

Leef je die voorwaarden niet na? Dan ben je de gewone sociale bijdragen op het totaal van de uitgekeerde vergoedingen voor het lopende en de drie volgende kwartalen. Bovendien kan je als opdrachtgever in die periode geen gebruik meer maken van de amateurkunstenvergoeding.

Solidariteitsbijdrage

Ter compensatie van de vrijstelling van sociale bijdragen, zal de opdrachtgever een solidariteitsbijdrage van 5% van de totaal uitgekeerde amateurkunstenvergoeding moeten betalen aan de RSZ. Deze verplichting geldt enkel als de opdrachtgever in de loop van het kalenderjaar in totaal meer dan 500 euro (geïndexeerd bedrag 2024: 551,56 euro/jaar) in totaal aan amateurkunstenvergoeding heeft betaald (aan één of meerdere uitvoerders). Opdrachtgevers die per kalenderjaar meer dan 100 dagen een amateurkunstenvergoeding toekennen, moeten bovendien een rapport opmaken. Dat rapport moet uiterlijk tegen 1 maart van het daaropvolgende jaar te bezorgen aan de Kunstwerkcommissie.

Dit rapport bevat:

  • Een omstandige verantwoording van het intensief gebruik van de amateurkunstenvergoeding
  • Een overzicht van de externe klanten die betrokken waren bij de artistieke activiteit waarvoor amateurkunstenvergoeding werd gebruikt
  • Een overzicht van de totale omzet en alle activiteiten. Daarbij moet ook aangegeven worden welke plaats de activiteiten waarbij gebruik gemaakt van de amateurkunstenvergoeding hierbij innemen

Voorwaarden op fiscaal vlak

Op fiscaal vlak gelden dezelfde voorwaarden om vrijgesteld te worden van belasting op de betaalde vergoedingen met uitzondering van:

  • De maximale duurtijd van zeven opeenvolgende dagen

Wanneer het vastgestelde maximumbedrag per dag bij een opdrachtgever overschreden is, zal de volledige vergoeding met inbegrip van de verplaatsingsvergoeding aan belastingen onderworpen worden.

Inwerkingtreding

De nieuwe regelgeving zoals hier besproken treedt in werking op 1 januari 2024. De hogervermelde bedragen in het kader van de AKV zullen dan ook (telkens op 1 januari) aangepast worden aan de gezondheidsindex via volgende formule: [basisbedrag x gezondheidsindex maand september voorgaande jaar] gedeeld door [gezondheidsindexcijfer december 2021].

Wat doet Securex voor jou?

Indien je nog vragen hebt over het specifieke statuut van de kunstwerker, aarzel niet om onze legal advisors te contacteren via myHR@securex.be.

Meer info over het statuut van de kunstwerkers en hun rechten en verplichtingen vind je ook in ons dossier hierover via deze link.

Bronnen

  • Wet van 16 december 2022 tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers
  • Wet van 31 juli 2023 (fiscale regeling amateurkunstenvergoeding (huidige kleine vergoedingen)
  • Koninklijk besluit van 13 maart 2023 (sociale regeling amateurkunstenvergoeding (huidige kleine vergoedingen)
  • Working in the Arts | Werken in de kunsten – Home | Working in the arts

 

Arbeidsovereenkomst