De maatregel die we hieronder beschrijven, is bijgevolg officieel.
Het basisbedrag van de fietsvergoeding op basis van CAO nr. 164 is geïndexeerd. De vergoeding zal daarom op 1 januari 2024 stijgen van 0,27 euro naar 0,28 euro.
Algemene fietsvergoeding
Sinds 1 mei 2023 kunnen werknemers die met de fiets naar het werk gaan rekenen op een verplichte fietsvergoeding, dankzij cao 164, die afgelopen januari binnen de NAR is gesloten tussen de werknemers- en werkgeversorganisaties. Deze vergoeding bedraagt 0,27 euro per afgelegde kilometer, met een maximum van 20 kilometer per enkel traject.
Lees voor meer informatie ons nieuwsbericht van 27 april 2023
Compensatie in de vorm van een belastingkrediet
De invoering van een verplichte fietskilometervergoeding heeft financiële gevolgen voor de betrokken werkgevers. Om die financiële gevolgen te verzachten, stelt de regering voor om in een tijdelijke compensatie te voorzien in de vorm belastingkrediet voor werkgevers die sinds 1 mei 2023 een fietsvergoeding moeten toekennen op basis van cao 164.
Een fietsvergoeding is een belastingvoordeel waardoor de werkgever minder belasting betaalt. De extra kost van de verhoging van de fietsvergoeding wordt zo gecompenseerd.
Dit belastingkrediet wordt enkel verleend voor de fietskilometervergoedingen die worden toegekend voor trajecten met de fiets in het kader van verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling. Vergoedingen voor dienstverplaatsingen met de fiets vallen dus buiten de maatregel.
Als compensatie voor de verhoging van de fietsvergoeding
Het belastingkrediet geldt alleen voor de verhogingen van de fietskilometervergoeding.
Concreet kan het belastingkrediet alleen worden toegekend voor het verschil tussen:
- de fietskilometervergoeding die wordt toegekend voor verplaatsingen tussen 1 mei 2023 tot en met 31 december 2024
- en de ‘referentiefietskilometervergoeding’.
De referentiefietskilometervergoeding is de vergoeding die door de werkgever werd toegekend voor verplaatsingen op 1 juli 2022.
Als er geen sector-cao is, is deze referentievergoeding dus gelijk aan nul. A contrario is het mogelijk dat de (verhoging) van de fietskilometervergoeding die op grond van cao nr. 164 wordt toegekend, volledig wordt gecompenseerd. Dat is zo als de werkgever al een fietsvergoeding toekende op basis van een arbeidsreglement of arbeidsovereenkomst.
Het belastingkrediet is gelijk aan de verhoging van de fietskilometervergoeding vermenigvuldigd met het aantal kilometers waarvoor de fietskilometervergoeding is toegekend.
Verhoging ten laste van de werkgever
Om in aanmerking te komen voor het belastingkrediet moet de verhoging van de fietskilometervergoeding effectief gedragen worden door degene die de fietskilometervergoeding toekent. Wanneer een werkgever de last van de verhoging aan een derde doorrekent of terugbetaald krijgt van een derde komt hij niet in aanmerking voor het belastingkrediet voor de verhoging van de fietskilometervergoeding.
Dat is bijvoorbeeld zo als een uitzendkantoor als formele werkgever de fietskilometervergoeding doorrekent aan de dienstafnemer (de materiële werkgever). Dit uitzendkantoor kan de toepassing van het belastingkrediet vragen als het deze verhoging niet doorrekent aan de materiële werkgever.
Tijdelijke maatregel
Het belastingkrediet voor de verhoging van de fietskilometervergoeding is tijdelijk. Het wordt verleend voor de fietskilometervergoedingen die worden toegekend voor verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling die in de periode van 1 mei 2023 tot en met 31 december 2024 worden gedaan en worden toegekend in een belastbaar tijdperk dat verbonden is met de aanslagjaren 2023, 2024, 2025 of 2026.
Merk op dat het belastingkrediet wordt verleend voor het belastbaar tijdperk waarin de fietskilometervergoeding aan de werknemer wordt betaald en niet voor het tijdperk waarin de verplaatsing werd gedaan.
Voorbeeld
Een werknemer vraagt in 2025 een fietsvergoeding voor trajecten die hij in 2024 heeft afgelegd. De kilometervergoeding voor deze verplaatsing wordt hem pas in 2025 toegekend. Het belastingkrediet kan hem nog worden toegekend voor het aanslagjaar 2026.
Maximaal 20 kilometer per traject
Het belastingkrediet wordt alleen toegekend voor de eerste 20 kilometer van het traject tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling. De toekenning van de vergoeding is begrensd tot een maximale afstand van 20 kilometer per enkel traject.
Voorbeeld
Een werkgever kent op basis van cao nr. 164 vanaf 1 mei 2023 voor het eerst een fietsvergoeding toe. Voor de verplaatsingen in de periode van mei tot december 2023 kent hij in 2023 een fietsvergoeding toe van 0,27 euro per kilometer voor in totaal 9.000 kilometer voor al zijn werknemers samen.
Daarnaast kent hij in 2023 vrijwillig een fietsvergoeding toe aan een werknemer die een woon-werkafstand van 25 kilometer met de fiets aflegt voor het enkel traject. Deze werknemer legde in 2023 5.000 kilometer af met de fiets. Van deze kilometers is 4.000 kilometer toerekenbaar aan de eerste 20 kilometer van het enkel traject tussen de woonplaats en de vaste plaats van tewerkstelling, 1.000 kilometer is toe te wijzen aan het deel van het enkel traject boven de 20 kilometer.
Het belastingkrediet wordt enkel verleend voor de fietskilometervergoedingen met betrekking tot de eerste 20 kilometer per enkel traject. Voor 2023 kan dus een belastingkrediet worden verleend voor de fietskilometervergoedingen voor (9.000 – 1.000 =) 8.000 kilometer.
Belastingkrediet voor de verhoging van de fietskilometervergoeding voor de in 2023 gedane verplaatsingen: 0,27 euro per kilometer x 8.000 kilometer = 2.160 euro.
Hoe vraag je het belastingkrediet aan?
Het belastingkrediet moet worden gevraagd in de belastingaangifte. Het belastingkrediet wordt volledig verrekend met de personenbelasting, vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting of met de belasting van niet-inwoners en met de gemeentelijke opcentiemen. Overschotten van meer dan 2,50 euro worden terugbetaald.
Belastingkrediet voor vrijwillige verhoging van de fietsvergoeding
De regering heeft onlangs aangekondigd dat de fiscale en sociale vrijstelling voor fietsvergoedingen vanaf 1 januari 2024 wordt verhoogd naar 0,35 euro per kilometer. Om werkgevers aan te moedigen een hoger maximumbedrag voor de fietsvergoeding toe te kennen, voorziet ze ook in een tijdelijke compensatie in de vorm van een belastingkrediet.
Opgelet! Dit belastingkrediet kan niet worden gecumuleerd met het belastingkrediet voor de veralgemeende fietsvergoeding die is ingevoerd bij cao nr. 164. Werkgevers die reeds van dit belastingkrediet genieten, kunnen enkel aanspraak maken op het nieuwe belastingkrediet voor de vrijwillige verhoging van de fietsvergoeding.
Lees voor meer informatie ons nieuwsbericht van 24 oktober 2023
