Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen
Statuut en bescherming

Bescherming tegen ontslag voor syndicale afgevaardigden

De vakbondsafgevaardigden mogen niet ontslagen worden om redenen die eigen zijn aan de uitoefening van hun mandaat.

Laatst bijgewerkt op 8 februari 2024

De vakbondsafgevaardigden mogen niet ontslagen worden om redenen die eigen zijn aan de uitoefening van hun mandaat. Dat geldt zowel voor de syndicale activiteit (in ruime zin) als voor de eigenlijke uitoefening van het mandaat. De beschermingsperiode vangt aan vanaf de verkiezing (voor de effectief verkozen leden[1]) of zodra de werkgever ingelicht wordt over hun aanduiding (voor de leden die door een representatieve organisatie aangeduid worden) en verstrijkt op het einde van het mandaat.

Opgelet, wanneer de vakbondsafgevaardigden de taken van het CPBW op zich nemen, genieten ze van dezelfde ontslagbescherming als de personeelsvertegenwoordigers in het CPBW en deze verschilt van de gewone ontslagbescherming van de vakbondsafvaardiging.  

Na te leven procedure (behalve bij dringende reden)

De werkgever die voornemens is een vakbondsafgevaar­digde om gelijk welke reden, met uitzondering van een dringende reden, af te danken, moet de vakbondsafvaardiging evenals de vakbondsorganisatie die de kandida­tuur van deze afgevaardigde voorgedra­gen heeft, vooraf verwittigen. Deze verwitti­ging gebeurt bij aangetekend schrijven dat uitwerking heeft op de 3de dag, volgend op de datum van de verzending.

De betrokken vakbondsorganisatie beschikt over een termijn van 7 dagen[2] om mee te delen dat zij de geldigheid van de voorgenomen afdanking weigert te aanvaar­den[3]. Deze mededeling gebeurt eveneens met een aangetekend schrijven. Het uitblijven van een reactie vanwege de vakbondsorganisatie moet beschouwd worden als een aanvaarding van de geldigheid van de voorgenomen afdanking (afdanking om economische of technische redenen of persoonlijke motieven die vreemd zijn aan de syndicale activiteit).

Indien de vakbondsorganisatie weigert de geldigheid van de voorgenomen afdanking te aanvaarden, heeft de werkgever de mogelijkheid om het geval aan het oordeel van het verzoe­ningsbureau van het paritair comité voor te leggen. Tijdens de duur van deze proce­dure mag de werkgever niet overgaan tot de afdanking.

Indien het verzoeningsbureau niet tot een eenpari­ge beslissing kan komen binnen 30 dagen na de aanvraag tot tussenkomst, zal het geschil betreffende de geldigheid van de redenen die door de werkgever worden ingeroepen aan de arbeids­rechtbank worden voorgelegd.

Na te leven procedure in geval van een dringende reden

In geval van afdanking van een vakbondsafgevaardigde wegens zware fout (dringende reden), moet de vakbondsorganisatie daarvan onmiddellijk op de hoogte gebracht worden. De CAO nr. 5 bepaalt evenwel dat beroepsonbe­kwaamheid wettelijk gezien niet mag ingeroepen worden, tenzij in geval van belangrijke beroeps­fout waarvan het bewijs door de werkgever geleverd moet worden. 

Beschermingsvergoeding

Hypothesen waarin een beschermingsvergoeding verschuldigd is

De werkgever moet een forfaitaire vergoeding betalen in de volgende gevallen:

  • Indien hij een vakbondsafgevaardigde ontslaat zonder de voornoemde procedure na te leven
  • Indien, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen voor het ontslag niet erkend wordt door het verzoeningsbu­reau of door de arbeids­rechtbank
  • Indien de werkgever een afgevaardigde wegens dringende reden ontslagen heeft en de arbeidsrecht­bank het ontslag ongegrond verklaard heeft
  • Indien de arbeidsovereenkomst beëindigd werd wegens zware fout van de werkgever die voor de afgevaardigde een reden vormt tot onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst

Bedrag van de vergoeding

De forfaitaire vergoeding is gelijk aan het brutoloon van één jaar. Deze komt bovenop de opzegvergoeding indien de opzeg niet gepresteerd werd. Er zijn socialezekerheidsbijdragen verschuldigd op deze bijzondere ontslagvergoeding. Voor de fiscus wordt ze beschouwd als een opzegvergoeding. Er moet dus bedrijfsvoorheffing op ingehouden worden.

Cumul van de vergoeding

De forfaitaire beschermingsvergoeding mag gecumuleerd worden met de opzegvergoeding, voor zover er geen opzeg gepresteerd werd.

De vergoeding is niet verschuldigd wanneer de vakbondsafgevaardigde de beschermingsvergoeding geniet die aan de personeelsafgevaardigde (of kandidaat) van het CPBW of de OR toegekend wordt. Ze is evenmin cumuleerbaar met de vergoedingen voorzien in het kader van een andere beschermingsprocedure tegen ontslag zoals[3]:

  • De moederschapsrust
  • De borstvoedingspauzes
  • Het thematisch verlof (ouderschapsverlof, verlof wegens ernstige ziekte van een verwant en verlof voor palliatieve zorgen)
  • De loopbaanonderbreking en het tijdskrediet
  • Het adoptieverlof
  • Het vaderschapsverlof (in geval van overlijden of hospitalisatie van de moeder)
  • De deeltijdse arbeid
     

[1] Het Hof van Cassatie bevestigt in zijn arrest van 15 mei 2023 dat een plaatsvervangend vakbondsafgevaardigde dezelfde bescherming geniet tegen ontslag voorzien bij CAO nr.5 wanneer deze een effectief vakbondsafgevaardigde vervangt. Deze bescherming kan evenwel bij sectorale CAO worden uitgebreid.

[2] Opgelet: bepaalde sectoren voorzien een langere termijn. Raadpleeg dus de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het statuut van de syndicaal afgevaardigde van uw sector of uw Securex Legal advisor.

[3] De periode van 7 dagen vangt aan op de dag waarop de brief die de werkgever verstuurd heeft, uitwerking heeft.

[4] Cumulregels getroffen op basis van deze andere bepalingen.

Alle artikelen over Statuut en bescherming