Dit heeft een rechtstreekse impact op de berekening van de werkloosheidsuitkeringen, op de bedrijfstoeslag en op het bedrag van de persoonlijke inhouding voor de sociale zekerheid.
U moet evenwel een onderscheid maken tussen de brugpensioenen die ingaan op 1 november 2022 en de brugpensioenen die voor deze datum zijn ingegaan.
De SWT die ingegaan zijn vóór 1 november 2022
Voor de werknemers die reeds voor deze datum in een SWT zaten, worden het bedrag van de werkloosheidsuitkeringen en dat van de bedrijfstoeslag gewoon geïndexeerd met 2%.
De SWT die ingaan vanaf 1 november 2022
De nieuwe bedragen waarmee rekening moet gehouden worden, zijn de volgende:
Drempel van het brutoloon om het netto referteloon te bepalen
- 4.719,00 euro voor het SWT (vorig bedrag: 4.626,58)
- 2.359,50 euro voor het halftijds brugpensioen (vorig bedrag: 2.313,29)
Deze drempels zijn enkel van toepassing als er in uw sector geen andere drempels worden toegepast.
Drempel van het brutoloon om de werkloosheidsuitkering te berekenen
- 2.631,99 euro per maand en 101,2303 euro per dag voor het SWT (vorige bedragen: 2.580,44 en 99,2477)
Maximum bedrag van de maandelijkse werkloosheidsuitkering
- 1.579,24 euro per maand en 60,74 euro per dag voor het SWT (vorige bedragen: 1.548,30 en 59,55)
- 789,62 euro per maand en 30,37 euro per dag voor het halftijds brugpensioen (vorige bedragen: 774,28 en 29,78)
Drempels voor de toepassing van de persoonlijke inhouding op het SWT
- 1.696,40 euro zonder gezinslast (vorig bedrag: 1.663,18)
- 2.043,35 euro met gezinslast (vorig bedrag: 2.003,33)
Drempels voor de toepassing van de persoonlijke inhouding op het halftijds brugpensioen
- 848,20 euro zonder gezinslast (vorig bedrag: 831,59)
- 1.021,67 euro met gezinslast (vorig bedrag: 1.001,67)
