Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen

Gelijkstelling aan bijberoep (Art. 37)

Een zelfstandige in hoofdberoep kan, onder bepaalde voorwaarden en op grond van het beperkte karakter van de beroepsinkomsten die met zijn/haar activiteit verband houden, vragen om gelijkgesteld te worden aan een zelfstandige in bijberoep. Degene die van deze mogelijkheid gebruik wenst te maken, moet zich beroepen op artikel 37.

Laatst bijgewerkt op 13 januari 2022

Wie kan artikel 37 inroepen?

De gehuwde personen

De gehuwde personen aan wie de echtgenoot minstens gelijkwaardige uitkeringen aan die van het stelsel der zelfstandigen met betrekking tot pensioen, kinderbijslag en ziekteverzekering gezondheidszorg waarborgt.

Concrete gevallen:

  • De man is loontrekkende, zijn echtgenote is zelfstandige in hoofdberoep. Zij kan de toepassing van deze bepaling aanvragen vermits zij, dankzij de beroepsactiviteit van haar echtgenoot, een sociale dekking geniet
  • Dit is ook mogelijk in een gezin waar de echtgenoten beiden zelfstandige in hoofdberoep zijn. Eén van hen kan eventueel de toepassing van artikel 37 vragen

Andere categorieën personen

  • De weduwen en weduwnaars die een overlevingspensioen genieten en van wie de overleden echtgenoot rechten op uitkeringen zoals hierboven omschreven, opende
  • Vastbenoemde leerkrachten met een minstens halftijds uurrooster (minder dan 6/10 van een voltijdse betrekking)
  • Personen die een erkenning van hun handicap (66 % vermindering van het verdienvermogen) hebben ontvangen van de Directie-generaal Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid (sinds 1/07/2023)

 

Voorwaarden om artikel 37 te kunnen inroepen: beperkte inkomsten

De persoon die de toepassing van artikel 37 van het koninklijk besluit van 19 december 1967 aanvraagt om met personen die een zelfstandige activiteit in bijberoep uitoefenen, gelijkgesteld te worden, dient over beperkte inkomsten te beschikken.

Voor het jaar 2023  mag het netto beroepsinkomen, na indexatie, niet meer dan 8.832,73 euro bedragen.

Bij begin van activiteit bestaan er geen referte-inkomsten. Een aangifte (waarvan het model door het fonds opgemaakt wordt) moet ingevuld en teruggestuurd worden aan het sociaal verzekeringsfonds, vergezeld van objectieve boekhoudkundige of fiscale elementen die het beperkte karakter van uw inkomsten bewijzen.

Objectieve elementen: facturen, kopie van de fiscale aangifte, van de btw-aangifte, enz.

 

Kwartaalbijdragen

De kwartaalbijdragen bedragen:

  • Inkomen lager dan 1.865,45 euro: vrijstelling van bijdrage
  • Inkomen tussen 1.865,45 en 8.832,73 euro: bijdrage van 20,5% van de inkomsten.

Voorlopige bijdragen bij begin van activiteit

  • Inkomen lager dan 1.865,45 euro: vrijstelling van bijdrage (op aanvraag)
  • Inkomen tussen 1.865,45 en 8,832,72 euro:
    • Bijdrage eerste jaar (beheerskosten inbegrepen): 99,52 euro

Opmerking

Indien de activiteit gedurende een deel van het jaar uitgeoefend werd, zullen de jaarlijkse inkomsten pro rata van de kwartalen van onderwerping worden berekend.

Te ondernemen stappen

  • Aanvraag

    Om voormelde voordelen te genieten, moet een aanvraag bij het sociaal verzekeringsfonds ingediend worden. Dit voordeelstelsel wordt immers nooit ambtshalve toegepast.

  • Verzaking

    De persoon die aan het voordeel van artikel 37 wenst te verzaken, moet dit uitdrukkelijk doen. De verzaking zal ten vroegste op 1 januari van het volgende jaar uitwerking hebben.

  • Invloed op het pensioen en op de andere voordelen

Onder “artikel 37” bouw je zelf geen sociale zekerheidsrechten op.