Bedrijfsvoorheffing op de periodieke bezoldiging
De betaling geschiedt maandelijks
De berekening van de bedrijfsvoorheffing op de periodieke bezoldiging geschiedt, net als voor werknemers, op basis van de loonschalen I, II of III van bijlage III [1]. De twee eerste loonschalen zijn van toepassing op rijksinwoners (of hiermee gelijkgesteld). Loonschaal III is van toepassing op bedrijfsleiders niet-inwoners.
Het bedrag van de bedrijfsvoorheffing dat in aanmerking genomen moet worden staat in kolom 3 van de loonschalen. Er wordt in een specifieke berekeningsregel voorzien indien de maandelijkse brutobezoldiging hoger is dan € 7.500 [2].
De betaling geschiedt anders dan per maand
Periodieke bezoldigingen die anders dan per maand worden betaald, worden berekend op basis van de referentiemaandbezoldiging. Dit is de desbetreffende periodieke bezoldiging gedeeld door het aantal werkdagen van de loonperiode in kwestie en vermenigvuldigd met 20. De op deze maandbezoldiging verschuldigde bedrijfsvoorheffing wordt gedeeld door 20 en vervolgens vermenigvuldigd met het aantal werkdagen van het tijdperk waarop de bezoldiging betrekking heeft [3].
Bedrijfsvoorheffing op de niet-periodieke bezoldiging
De bedrijfsvoorheffing op een niet-periodieke bezoldiging is gelijk aan twaalf maal het verschil tussen:
- De voorheffing berekend op de periodieke bezoldiging van de maand waarin de niet-periodieke bezoldiging betaald wordt, vermeerderd met een twaalfde van de niet-periodieke bezoldiging
- En de bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de periodieke bezoldigingen van de maand waarin de niet-periodieke bezoldiging wordt toegekend of betaald
Verminderingen van bedrijfsvoorheffing
Van de aan de hand van de loonschalen I, II of III berekende voorheffing worden bepaalde verminderingen afgetrokken naargelang de bedrijfsleider een rijksinwoner (of hiermee gelijkgesteld [4]) of een niet-inwoner is:
Type van vermindering |
Rijksinwoners en gelijkgestelden [5] |
Niet-inwoners |
Kinderen ten laste |
Ja |
Nee |
Andere gezinslasten |
Ja |
Nee |
Vermindering voor groepsverzekering en voor extrawettelijke verzekering tegen ouderdom of vroegtijdige dood |
Ja |
Ja |
Vermindering van 33,14 % van het bedrag van het werkbonus (bedrijfsbegeleider met inkomens van werknemers) |
Ja |
Nee |
Voorbeeld
[1] Bijlage III voor rijksinwoners en gelijkgestelde personen punten 3.1 tot 3.8 en 5.16 tot 5.22.
[2] Bijlage III, punten 3.5 tot 3.6 en 5.19 tot 5.20.
[3] Bijlage III, punten 3.7 en 5.21.
[4] Worden gelijkgesteld met rijksinwoners voor de berekening van hun belastingen: de niet- inwoners die 75% of meer van het totaal van hun ‘wereldwijde’ beroepsinkomsten als (belastbare) beroepsinkomsten in België verkrijgen.
[5] Bijlage III, punten 3.3. A en 3.4.