Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen

Wanneer zijn onroerende inkomsten een bedrijfsleidersbezoldiging?

Wanneer een bedrijfsleider een gebouwd onroerend goed verhuurt aan zijn vennootschap, dan wordt een deel van deze huurvoordelen in sommige gevallen gezien als beroepsinkomsten.

Laatst bijgewerkt op 5 februari 2024

Principe

De huurgelden die bedrijfsleiders-mandatarissen van de vennootschappen waarin zij een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of gelijksoortige functies uitoefenen worden geherkwalificeerd als bedrijfsleiderbezoldiging voor zover zij meer bedragen dan vijf derden van het geherwaardeerde kadastrale inkomen van het verhuurde gebouwde onroerende goed. De wet beschouwt deze onroerende inkomsten als buitensporig en kwalificeert ze dan als bedrijfsleiderbezoldiging.

De herwaarderingscoëfficiënt van de kadastrale inkomens was in het verleden het resultaat van het delen van de gemiddelde waarde van de commerciële huurgelden en huurvoordelen op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar door dezelfde waarde op 1 januari 1975.

De formule is gewijzigd in 2022 [1]: die coëfficiënt wordt voortaan geïndexeerd. Hij wordt aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex [2]. De kosten in verband met de verhuurde onroerende goederen mogen niet afgetrokken worden van de geherkwalificeerde bezoldiging [3]. 

Voorwaarden

Opdat onroerende inkomsten geherkwalificeerd zouden worden als bedrijfsleiderbezoldiging, moet:

  • De bedrijfsleider de eigenaar, bezitter, vruchtgebruiker, erfpachter of opstalhouder van het verhuurde onroerende goed zijn [4]
  • Het verhuurde onroerende goed in België gebouwd en gelegen zijn.  De verhuur van een grond is dus niet vatbaar voor herkwalificatie.  In het kader van de pachtovereenkomst zijn alleen de huurprijzen in verband met de verhuurde gebouwen vatbaar voor herkwalificatie
  • Het goed verhuurd worden (gewone huurovereenkomst, handelshuurovereenkomst of pachtovereenkomst).  Onderverhuur, de toekenning van een recht van opstal of van erfpacht, de verkoop van het vruchtgebruik, van het gebruik of van de bewoning zijn niet vatbaar voor herkwalificatie
  • Het gebouwde onroerende goed verhuurd worden aan een vennootschap die rechtspersoonlijkheid bezit en die zich bezighoudt met een exploitatie of met verrichtingen van winstgevende aard [5].  Zo zijn de belastingadministratie en een deel van de rechtsleer van oordeel dat huurprijzen die de bedrijfsleider van een VZW (die al dan niet aan vennootschapsbelasting onderworpen is) ontvangt geherkwalificeerd kunnen worden als bedrijfsleiderbezoldiging.    Een ander deel van de rechtsleer is van oordeel dat deze bepaling slechts betrekking heeft op VZW's, organismen of vennootschappen die onderworpen zijn aan vennootschapsbelasting
  • De bedrijfsleider de huurprijzen ontvangt van de vennootschap waarin hij zijn mandaat uitoefent

Beoogde onroerende goederen

De herkwalificatie moet verricht worden rekening houdend met het juridisch statuut van het verhuurde onroerende goed ten aanzien van de rechten van de echtgenoten [6].  Als bijvoorbeeld het verhuurde gebouwde onroerende goed deel uitmaakt van het gemeenschappelijke vermogen van de bestuurder en zijn echtgenote, dan is alleen het deel van de huurprijs dat slaat op het onverdeelde aandeel van de bedrijfsleider vatbaar voor herkwalificatie als bedrijfsleiderbezoldiging.  

Indien, in de loop van de huurovereenkomst, de bedrijfsleider zijn mandaat of zijn functie neerlegt, dan gebeurt de herkwalificatie voor het deel van het jaar waarin de eigenaar als bedrijfsleider beschouwd wordt.  Hetzelfde geldt wanneer het onroerende goed in de loop van het jaar verhuurd wordt. Deze berekening wordt gemaakt naar rato van het aantal dagen waarop de begunstgde (de onderneming of persoon) het onroerend goed heeft vervreemd [7].

Beoogde bedrijfsleiders

Alleen de huurinkomsten verkregen door natuurlijke personen die een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of gelijksoortige functies uitoefenen zijn vatbaar voor herkwalificatie als bedrijfsleiderbezoldiging.

De huurinkomsten verkregen van de vennootschap waarin de natuurlijke personen een leidende functie of een leidende werkzaamheid van dagelijks bestuur, van commerciële, financiële of technische aard, buiten een arbeidsovereenkomst, uitoefenen, zullen nooit geherkwalificeerd worden als bedrijfsleiderbezoldigingen.

Berekening van de als bezoldiging geherkwalificeerde huurprijs

De als bezoldiging beschouwde huurprijs is gelijk aan het positieve verschil tussen het totale bedrag van de verkregen huurprijzen en -voordelen en het niet geïndexeerd kadastraal inkomen van het onroerend goed vermenigvuldigd met 5/3 en met de ieder jaar door de administratie vastgestelde herwaarderingscoëfficiënt [8]. 

Voorbeeld

Een bedrijfsleider verhuurt 30% van een gebouwd onroerend goed aan zijn vennootschap waarvan hij 50% bezit in mede-eigendom met zijn echtgenote.  De maandelijkse huurprijs die het gezin van de bedrijfsleider ontvangt, bedraagt 600 euro en het kadastraal inkomen van het gebouwde onroerende goed bedraagt 2.500 euro.

Opmerking: de volgende berekening werd uitgevoerd op basis van de bedragen die van toepassing zijn voor het aanslagjaar 2025, inkomsten 2024.

Kadastraal inkomen van het gebouwde onroerende goed: 2.500 euro

Kadastraal inkomen van het aan de vennootschap verhuurde deel van het gebouwde onroerende goed: 2.500 euro *30% = 750 euro

Deel van het KI van het verhuurde onroerende goed eigen aan de bedrijfsleider: 750 euro x 50% = 375 euro.

Grens van de huurprijs beschouwd als huurinkomen: (375 x 5,46 *5/3)* = 3.412,5 euro

Jaarlijkse huurprijs eigen aan de bedrijfsleiders = 600*12*50% = 3.600 euro

Als bezoldiging te herkwalificeren jaarlijkse huurprijs = 3.600 – 3.412,5 = 187,5 euro

Indien de huurprijs iedere maand betaald wordt, dan is het bedrag van de maandelijkse huurprijs dat bij de andere bezoldigingen van de bedrijfsleider gevoegd moet worden om de bedrijfsvoorheffing te berekenen gelijk aan 187,5/12 = 15,63 euro.

 

[1] Wet van 21 januari 2022 houdende diverse fiscale bepalingen (I), Belgisch Staatsblad van 28 januari 2022

[2] Voor inkomstenjaar 2024 (aanslagjaar 2025) is het toepasselijke bedrag 5,46.

[3] Artikel 32, lid 2, 3° van het WIB 92.

[4] Circ. n° CI.RH. 221/569.663, IV nr. 20 van 14 april 2005.

[5] Artikel 2 van het WIB 1992.

[6] Circ. n° CI.RH. 221/569.663, IV nr. 20 van 14 april 2005.

[7] Circ.AG Fisc n°43/2016 N° CI 702.734) van 19 12 2016

[8] Voor inkomstenjaar 2024 (aanslagjaar 2025)  is het toepasselijke bedrag 5,46.

 

Alle artikelen over De bezoldigingen van een bedrijfsleider